Uitspraak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
zij op of omstreeks 4 september 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer 100 euro, in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft verschaft en/of de/het weg te nemen geldbedrag(en), onder haar bereik heeft gebracht door gebruik te maken van een pinpas en/of van een bijbehorende pincode, toebehorende aan voornoemde [slachtoffer], in elk geval door middel van een valse sleutel;
zij op of omstreeks 4 september 2016 te Amsterdam, althans in Nederland, opzettelijk 50 euro, in elk geval enig geldbedrag, dat geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverwegingen t.a.v. het onder 1 ten laste gelegde
Bewezenverklaring
zij op 4 september 2016 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van 100 euro, toebehorende aan [slachtoffer], waarbij verdachte het weg te nemen geldbedrag onder haar bereik heeft gebracht door gebruik te maken van een pinpas en van een bijbehorende pincode, toebehorende aan voornoemde [slachtoffer] en daarmee door middel van een valse sleutel;
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen
bijzondere voorwaardenniet heeft nageleefd.