Dit arrest betreft een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer, waarin de verdachte op 13 november 2017 was veroordeeld voor het opzettelijk binnenbrengen van cocaïne in Nederland. De verdachte, geboren in 1967 en thans gedetineerd, heeft op 20 juli 2017 te Schiphol ongeveer 1.927,6 gram cocaïne ingevoerd. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte opnieuw beoordeeld. De bewezenverklaring is gebaseerd op wettige en overtuigende bewijzen, waarbij het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf van 24 maanden opgelegd, maar het hof heeft, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, besloten om een gevangenisstraf van 20 maanden op te leggen. Het hof heeft daarbij de ernst van het feit en de schadelijkheid van de ingevoerde stof in overweging genomen, evenals de impact van de drugshandel op de samenleving. De verdachte is strafbaar verklaard en de opgelegde straf is gegrond op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.