Uitspraak
[B],
[C],
[D],
[E],
[F],
[G],
[H],
mr. P.J. van der Korsten
mr. G.C. Berkhout, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. S.C.M. van Thiel, kantoorhoudende te Amsterdam,
[J],
[L],
mr. K. Ruttenen
mr. C.M. Tjoa, beiden kantoorhoudende te Utrecht,
Greenchoice,
mr. A.N. Stoopen
mr. C.J. Scholten, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. R.B. Gerretsen, kantoorhoudende te Rotterdam,
7.[M] ,
mr. A. Haanen
mr. R.J.G. van Brakel, beiden kantoorhoudende te Utrecht,
8.[N] ,
9.[O] ,
10.Wilhelmus Petrus Maria VAN DER SCHOOT,
mr. B. Verkerk, kantoorhoudende te Rotterdam,
Het verloop van het geding
- verzoekers tezamen met [P] ;
- verweerster met Energie Concurrent;
- belanghebbende 2 met [J] ;
- belanghebbenden 1 en 2 tezamen met [Q] ;
- belanghebbende 3 met [K] ;
- belanghebbende 4 met [L] ;
- belanghebbenden 3 en 4 tezamen met [R] ;
- belanghebbende 5 met Greenchoice;
- belanghebbende 6 met Eneco;
- belanghebbende 7 met [M] ;
- belanghebbende 8 met [N] ;
- belanghebbende 9 met [O] ;
- belanghebbende 10 met Van der Schoot.
primairde ontbinding van Energie Concurrent met benoeming van een vereffenaar,
subsidiairde benoeming van een onafhankelijk bestuurder van Energie Concurrent en tijdelijke overdracht ten titel van beheer aan een onafhankelijke beheerder van (een gedeelte van) de door [K] en [I] gehouden aandelen in Energie Concurrent, en in beide gevallen het ontslag van [K] als bestuurder van Energie Concurrent;
2.Feiten
in totaal € 7.202.000 ter zake van overtreding van artikel 95b, eerste lid, Elektriciteitswet 1998 en artikel 44, eerste lid, Gaswet (hierna ook: de Switchboetes). Deze boetes berusten onder meer op de volgende feiten en overwegingen:
een pittige brief te sturen naar Eneco vanuit aandeelhouder Energie Concurrent B.V. waarin Eneco aangesproken wordt op haar rol als onwillige aandeelhouder die niet in het belang van Greenchoice handelt. De dreiging om een klacht in te dienen bij de NMa wordt in de brief opgenomen.
als onderhandelaar met[een van de bestuurders van Eneco]
in gesprek gaat (…) om te verkennen wat mogelijk is en daarna direct terug te koppelen na afloop van het gesprek. Punten om als maximum aan te bieden in de onderhandeling:
samenvatting besluiten 25-01-2012 genomen door alle aandeelhouders EC (…) met afwezigheid van[ [L] ]” tot het besluit gekomen de vaststellingsovereenkomst niet te tekenen omdat die onacceptabel werd geacht. Ook hebben de aanwezige aandeelhouders besloten dat geen hoofdelijke aansprakelijkheid voor [J] , [L] en [A] wordt aanvaard. Voorts is besproken dat (i) Energie Concurrent moet aftreden als bestuurder van Greenchoice, (ii) (een deel van) de schade moet worden gecompenseerd en (iii) [J] , [L] en [A] geen formele functie mogen houden binnen Greenchoice. [L] zou worden gevraagd hiermee in te stemmen. In zijn reactie tijdens een bijeenkomst eveneens op 25 januari 2012 met [A] , [B] , [J] heeft [L] gemeld het met bovenstaande punten genoemd onder i, ii en iii eens te zijn, maar dat hij Eneco wil laten afzien van een gang naar de Ondernemingskamer, onder meer door te dreigen met publiciteit.
tot een dergelijke hoge schadevergoeding”.
heeft een korte presentatie voorbereid over de mogelijkheden van schade die kunnen ontstaan en hoe hier mee omgegaan kan worden.
Zonder Eneco geen aansprakelijkheid
Verwijtbaarheid/aansprakelijkheid moeilijk vast te stellen
Wanneer wordt schade vastgesteld?
Wat is de schade (7,2 mln? Rente? Advocaat? Gevolgschade? Colportage? Persoonlijke boete?)
Wie is aansprakelijk? ([Greenchoice]
?[Energie Concurrent]
? Statutair bestuur? Feitelijk bestuur? MT? Natuurlijke personen?)
naar bestuurders?
bij zowel Energieconcurrent als haar bestuurders bekend was als actiepunt, maar dat niemand tot actie is overgegaan. Bij gebreke van een schriftelijke taakverdeling binnen Energieconcurrent wordt ervan uitgegaan dat het in de macht van ieder van de bestuurders van Energieconcurrent heeft gelegen om in te grijpen, zodat zowel Energieconcurrent als haar bestuurders het verwijt treft dat zij hebben bewerkstelligd, althans toegelaten dat Greenchoice langdurig in strijd met de wet handelde, met een boete als gevolg. (…) De tussenconclusie is dat Energieconcurrent als bestuurder van Greenchoice waarschijnlijk een ernstig verwijt treft. (…) Aangenomen dat Energieconcurrent een ernstig verwijt treft en derhalve aansprakelijk is jegens Greenchoice, rust die aansprakelijkheid (in ieder geval) ook op de rechtspersonen-bestuurders van Energieconcurrent, alsmede op [L] , [A] en [J] privé. (…) De conclusie is dan ook dat Energieconcurrent, haar bestuurders en de achterliggende natuurlijke personen vermoedelijk jegens Greenchoice aansprakelijk zijn uit hoofde van onbehoorlijk bestuur”
Gegeven het feit dat een aansprakelijkheidsprocedure (…) een meer dan gemiddelde kans van slagen heeft, is het (…) aan te raden om met Van Westen in debat te gaan over de vraag hoe Energie Concurrent de schade van Greenchoice kan vergoeden (…).
“[ [N] ]
doet OK zaak;[ [V] ]
doet rest”. Voorts is in die vergadering gesproken over de aansprakelijkstelling die de dag daarvoor is ontvangen. [V] heeft tijdens die vergadering in dat verband naar voren gebracht, zakelijk weergegeven, dat Energie Concurrent aansprakelijk is gesteld, dat dit gevolgen heeft voor [L] , [J] , [A] en [N] , dat mr. Tuijtel zal reageren en dat het een ieder vrij staat persoonlijk een advocaat in de arm te nemen.
geeft aan dat er nu (…) € 2.600.000,00 op de bank staat en dat op de rekening courant (…) 4 % rente moet worden betaald. Is het niet een idee om dit af te lossen voor een groot deel, tijdelijk. Wij hebben natuurlijk een aantal verplichtingen, onder meer in Schotland, dus we zullen op termijn die (…) € 2.600.000,00 nodig hebben, of een stuk daarvan, maar zolang we dat niet nodig hebben, vind ik het een beetje zonde om enerzijds (…) € 2.600.000,00 op de bank te hebben staan en anderzijds vier miljoen waarbij je (…) 4 % rente betaalt. Dus dat we dat kunnen aflossen nu en tegen de tijd dat we het weer nodig hebben dat jullie dan weer bijstorten. Maar nu is het gewoon (…) 4 % betalen en we hebben daar niets aan. Desnoods bereken je daar iets voor.[ [L] ]
merkt op dat we dit kunnen doen (…)[ [A] ]
merkt op dat het aflossen de beste oplossing is. We hebben straks voor Schotse Wind (…) € 1.500.000,00 nodig. Laten we dan de rest aflossen. (…)”
Tegenstrijdig belang” geschreven dat Greenchoice Energie Concurrent bij brief van 25 september 2012 aansprakelijk heeft gesteld voor de schade die voortvloeit uit de procedures bij de NMa, de ACM en de Ondernemingskamer, dat het de taak is van het bestuur van Energie Concurrent om de hieruit voortvloeiende schade te beperken en dat de
corporate governancestructuur van Energie Concurrent zodanig moet zijn ingericht dat op zorgvuldige en objectieve wijze wordt vastgesteld of en bij wie schadeverhaal mogelijk is en dat die
governancestructuur ontbreekt. Voorts wordt in de brief aan de orde gesteld dat naast Greenchoice ook [K] en [I] zijn beboet door de NMa en dat er een aanzienlijke kans bestaat dat [R] en [Q] in meer of mindere mate aansprakelijk zijn jegens Energie Concurrent. Zolang [K] het bestuur van Energie Concurrent vormt en het beleid bepaalt is er een ontoelaatbare belangenverstrengeling bij Energie Concurrent, aldus de brief.
Tegenstrijdig belang” dat Energie Concurrent zich na de beschikking van de Ondernemingskamer inzake Greenchoice ten doel heeft gesteld de schade te minimaliseren, dat daar alles aan gedaan wordt en dat voorlopig nog niet vaststaat dat schade vergoed zal moeten worden en of, en zo ja aan wie die schade kan worden doorberekend. Als bekend is dat schade door Energie Concurrent vergoed moet worden, zal op objectieve wijze worden bezien of en op wie en hoeveel schade verhaald moet worden indien de aandeelhouders daar onderling niet uitkomen, bijvoorbeeld door bindend advies door een deskundige. Zover is het echter nog niet, aldus mr. Tuijtel in haar brief.
[J] en [L] hadden beiden een actieve en bepalende rol bij de inrichting en uitvoering van het eindafrekeningsproces. Beiden waren zich terdege bewust van het feit dat de eindcontrole ertoe leidde dat de betreffende klanten geen eindafrekening meer zouden krijgen (noch betaling van een eventueel tegoed), tenzij zij zelf contact opnamen.”
[L] (…) moet (…) als een hoofdverantwoordelijke voor de door de NMa geconstateerde overtredingen in verband met de eindafrekeningen worden beschouwd.”
[J] was in het bijzonder nauw betrokken bij de uitvoering van het eindafrekeningsproces (…). (…) [J] speelde in de praktijk niet zo'n grote rol als [L] bij de inrichting van het eindafrekeningsproces. (…) [J] heeft na verloop van tijd zelf voorgesteld om een opvolgingsproces voor aangehouden eindafrekeningen in te voeren. Dit werd echter door [L] van de hand gewezen. Niettemin moet [J] – eveneens een van de Oprichters en gedurende de gehele Onderzoeksperiode indirect statutair bestuurder van Greenchoice – als een hoofdverantwoordelijke voor de door de NMa geconstateerde overtredingen in verband met de eindafrekeningen worden aangemerkt, echter in mindere mate dan [L] .”
Er is geen eenduidig beeld naar voren gekomen over de mate waarin [A] gedurende de Onderzoeksperiode op de hoogte was van of betrokken was bij het eindafrekeningsproces. (…) [A] was in ieder geval wel vanaf oktober 2008 op de hoogte van kritiek op de eindcontrole, en van het systematisch aanhouden van eindafrekeningen met een creditsaldo. Naar aanleiding hiervan heeft hij echter geen adequate maatregelen getroffen die tot wijziging van het eindafrekeningsproces hebben geleid (…). [A] (…) draagt derhalve medeverantwoordelijkheid voor de door de NMa geconstateerde overtredingen in verband met de eindafrekeningen gedurende de periode dat hij (…) indirect statutair bestuurder van Greenchoice was, maar is niet in vergelijkbare mate (hoofd)verantwoordelijk als [L] en [J] .”
“Het verweer van EC wordt namens de vennootschap gevoerd.[Mr. Van der Korst]
vraagt of de aandeelhouders hier inzage in krijgen en input kunnen leveren.[ [L] ]
geeft aan dat het verweer een taak is van het bestuur. Input kan geleverd worden en zal worden doorgegeven aan mevrouw Tuijtel.”
Tegenstrijdig belang” herhaald.
3.Het onderzoek en de inhoud van het verslag
was er derhalve sprake van tegenstrijdige belangen tussen [R] en Energie Concurrent bij het bepalen van het beleid van Energie Concurrent met betrekking tot de mogelijke aansprakelijkheid en het regres op derden, althans moest met de klemmende mogelijkheid van tegenstrijdige belangen rekening gehouden worden.
innen Energie Concurrent[was]
, zowel op het niveau van het bestuur als op het niveau van de aandeelhouders, gedurende de Onderzoeksperiode geen of onvoldoende besef (…) van wat het begrip ‘tegenstrijdig belang’ precies inhield. (…)
-procedure door Energie Concurrent jegens Eneco. [R] heeft steeds het standpunt ingenomen dat – kort gezegd – de aansprakelijkstellingen onterecht waren, aangezien — aldus weer [R] – de Switchboetes onterecht waren opgelegd. Daarbij is van belang om op te merken dat, als één van de verantwoordelijken voor de handelingen die ten grondslag hebben gelegen aan de Switchboetes, [R] evident een (privé-)belang had bij het standpunt dat de Switchboetes onterecht waren.
te gebieden aan haar kopie te verstrekken van de opnames die zijn gemaakt van de interviews met [L] , [N] en [J] , en (iii) in de verslagen van de gesprekken van deze personen alle opmerkingen en voorstellen tot wijziging te verwerken die deze personen hebben kenbaar gemaakt en zullen kenbaar maken, geldt het volgende. [R] had in elk geval ook een (privé-)belang bij het verweer tegen de verhoging van het onderzoeksbudget, aangezien de kosten van het door Cronheim verrichte onderzoek mogelijk later voor rekening van [R] zouden kunnen komen. Voorts had [R] er in elk geval ook belang bij om de geluidsbanden van de interviews van [L] , [J] en [N] te verkrijgen, en om ervoor te zorgen dat de voorstellen tot wijziging werden verwerkt die deze personen kenbaar hadden gemaakt, aangezien op die manier het standpunt van [R] (dat er geen sprake was van verwijtbare gedragingen met betrekking tot gang van zaken rondom de eindafrekeningen) zoveel mogelijk zou doorklinken in het onderzoeksrapport van Cronheim en dit de eigen positie van [R] zou verbeteren. (…)
-procedure en de OK[Energie Concurrent]
-procedure, verkreeg hij via zijn advocaat de processtukken die door Energie Concurrent in die procedures waren ingediend. Uit niets is echter gebleken dat het bestuur van Energie Concurrent de moeite nam om die processtukken met de (overige) aandeelhouders te delen, noch voordat noch nadat deze waren ingediend.
4.Verdere beoordeling
structureel en klakkeloos” dat beleid hebben gesteund en gefaciliteerd; zonder die steun had [K] geen meerderheid gehad binnen de algemene vergadering. [N] fungeerde als indirect bestuurder feitelijk als de strovrouw van [L] : zij heeft zich ten onrechte uitsluitend laten leiden door de belangen van [L] en is daarom hoofdelijk verantwoordelijk voor het wanbeleid gedurende haar bestuur. [M] is verantwoordelijk voor het wanbeleid verwoord onder c); hij was bestuurder ten tijde van de overboekingen van 11 juli 2014.
de factozou worden omgezet in 0,7 aandeel in Greenchoice, wordt het geschil tussen de aandeelhouders van Energie Concurrent verplaatst naar de algemene vergadering van Greenchoice; in het andere geval zou Eneco enig aandeelhouder kunnen worden. In beide gevallen zal Greenchoice worden belemmerd in haar bedrijfsvoering. De Ondernemingskamer dient volgens Greenchoice ook de belangen van Greenchoice, waaronder die van haar werknemers, te betrekken bij de afweging welke voorzieningen geboden zijn, indien zij wanbeleid vaststelt. Overdracht van de aandelen in Energie Concurrent aan een tijdelijk beheerder zal eerder dienstig zijn aan het bereiken van een definitieve oplossing.
(voorafgaand aan of ter vergadering) aan de aanwezigen is verstrekt. Evenmin kan uit de notulen worden afgeleid dat het e-mailbericht is toegelicht. Er lijkt niet over gesproken te zijn. (…)
dat was afgesproken om afstand te doen van regres vanuit EC op[ [A] ]
,[ [L] ]
en[ [J] ]
en dat iedereen het daar toen mee eens was. Er werd gedacht, we pakken dit als EC en als het zo wordt opgelost dan hoeven we niet door te pakken naar de individuele personen. (…)”
.Bij het bepalen van dat beleid ten opzichte van haar bestuurders spelen evident tegenstrijdige belangen.
“Ook is uit de Interviews gebleken dat besluitvorming op het niveau van Energie Concurrent in de periode vóór 2012 geregeld plaatsvond in het kader van bijeenkomsten van de directie en het MT van Greenchoice, waarbij vaak (vrijwel) alle aandeelhouders van Energie Concurrent aanwezig waren.”Deze wijze van vergaderen heeft zich blijkens de notulen van de hierboven genoemde vergaderingen voortgezet. De Ondernemingskamer verwijst met betrekking tot de betrokkenheid van de aandeelhouders naar de aangehaalde notulen van de algemene vergaderingen van 30 maart 2012, 27 april 2012, 10 mei 2012 en 1 juni 2012. Dat ook de discussie over de aansprakelijkstelling (zowel met betrekking tot Greenchoice als met betrekking tot de aansprakelijkheid van bestuurders van Energie Concurrent jegens Energie Concurrent) op aandeelhoudersniveau werd gevoerd was daarom niet vreemd en deze gang van zaken was dus evenmin in strijd met de door het bestuur ingewonnen adviezen. Al met al moet worden geconcludeerd dat Energie Concurrent zich op haar positie heeft beraden en daarbij haar aandeelhouders heeft betrokken, om te bezien of een door alle aandeelhouders gesteunde opstelling van Energie Concurrent kon worden gevonden.
De zaak bij de Ondernemingskamer voor behoud van de oorspronkelijke afspraken met betrekking tot de gasgaranties en tevens vervanging van Van Westen zal begin oktober dienen. (…)
geeft tot slot aan dat hij eerder heeft gevraagd inzicht te krijgen in het verweer dat door EC wordt gevoerd tegen het tweedefaseverzoek van Eneco.[ [L] ]
heeft toen aangegeven daarover na te willen denken. Deze vraag is nog niet beantwoord.
licht toe dat er mogelijk sprake is van uitstel. De advocaat van Eneco heeft aangegeven tot uitstel te willen overgaan wanneer de procedure door [P] wordt uitgesteld. De tweedefasezaak is bijzonder complex en langdurig; de voorbereiding vraagt zeer veel tijd. Er is geen enkel bezwaar tegen het inzetten van de kennis van de overige aandeelhouders. “[Mr. Van der Korst]
,[mr. Kleyn], [ [M] ]
, en (…) zullen hierover nader contact hebben.”
misleiding” ten aanzien van de onjuiste melding op een algemene vergadering van 10 april 2013 dat een bepaald processtuk reeds was ingediend, terwijl dit processtuk feitelijk op 15 april 2013 werd ingediend, ziet de Ondernemingskamer onvoldoende aanleiding, mede gelet op de daarover door [R] en [Q] gegeven uitleg (zie 4.24).
schuldvan [I] aan Energie Concurrent berust op een misverstand:
De overeengekomen verplichting richting Jones Day van 125k excl. BTW.
De verplichtingen richting Stech.
Overige kleinere facturen van doorlopende verplichtingen.
dat kan je altijd vragen, zo is het altijd gelopen. Als je de facturen instuurt en wij vinden ze redelijk, zullen we ze betalen.”Desondanks kwalificeert de Ondernemingskamer ook deze gang van zaken met betrekking tot de liquiditeitspositie van Energie Concurrent niet als wanbeleid, omdat het uiteindelijk niet is gekomen tot een
weigeringvan [K] en [I] geld te verstrekken (en daarmee niet tot feitelijk machtsmisbruik), doordat Lenders – begrijpelijkerwijs – niet heeft ingestemd met de voorwaarde van [L] , maar het voorschot op een andere manier heeft geregeld.
opgezadeld zitten” met de door hen in het kader van de managementparticipatie aangegane geldleningen. Het verwijt dat er sinds 2010 geen jaarrekeningen zijn vastgesteld is eveneens onjuist dan wel achterhaald. Hetgeen [P] overigens onder de noemer “beknelling” naar voren hebben gebracht kan, mede gelet op de voorgaande overwegingen, niet leiden tot de conclusie wanbeleid.