Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Stukken van het geding
3.Feiten
4.Standpunt van klaagster
5.Standpunt van de gerechtsdeurwaarder
6.Beoordeling
- uitvoerbaar bij voorraad verklaard - vonnis van 24 februari 2016. De gerechtsdeurwaarder beschikte dan ook over een executoriale titel en was op grond daarvan gerechtigd tot het treffen van executiemaatregelen, waaronder maatregelen die uitsluitend zien op rente en (executie)kosten. Op grond van respectievelijk voormeld vonnis en de wet komen deze rente en (executie)kosten voor rekening van klaagster. Het handelen van de gerechtsdeurwaarder is dan ook niet tuchtrechtelijk laakbaar, te minder nu de gerechtsdeurwaarder de kosten van de gelegde beslagen en de overbetekening daarvan voor eigen rekening heeft genomen en niet aan klaagster in rekening heeft gebracht. Het hof is derhalve - anders dan de kamer - van oordeel dat ook dit klachtonderdeel ongegrond is.