ECLI:NL:GHAMS:2018:2045
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing incidentele vordering tot tussenkomst van curator in faillissement van pretense crediteur
In deze zaak, die voortvloeit uit een eerder tussenarrest van 26 september 2017, heeft de curator in het faillissement van Sense Y Vibe Holding B.V. een incidentele vordering tot tussenkomst ingediend in een hoger beroep tussen de voormalige bestuurders van de failliete vennootschap en Aemstel Monuments B.V. De curator stelt dat hij een eigen vordering wil instellen en belang heeft bij de uitkomst van de procedure. De hoofdzaak betreft de vraag of de voormalige bestuurders hoofdelijk aansprakelijk zijn voor huurpenningen die zijn voldaan door de failliete vennootschap, die volgens de curator niet als nieuwe contractspartij kan worden aangemerkt. De curator heeft gevorderd dat hij als tussenkomende partij wordt toegelaten, maar de andere partijen hebben verweer gevoerd en de curator niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering.
Het hof heeft geoordeeld dat de curator zijn vordering tot tussenkomst formeel tijdig heeft ingediend, maar dat hij deze eerder had kunnen instellen. Het hof heeft overwogen dat het toelaten van de curator als tussenkomende partij zou leiden tot onredelijke vertraging van de hoofdzaak, aangezien de toewijsbaarheid van de vordering van de curator afhankelijk is van de uitkomst van de hoofdzaak. Daarom heeft het hof de vordering tot tussenkomst afgewezen en de curator veroordeeld in de kosten van het incident. De hoofdzaak is verwezen naar de rol voor beraad.