Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Proven technologie
Multichannel view voor klant en medewerker
Implementatie op basis van Thaler
functioneert.
as-isoverneemt, deze dienstverlening vervolgens uitvoert en ter optimalisering en verbetering van deze dienstverlening een nieuwe ICT-omgeving ontwerpt, implementeert en in productie neemt ten behoeve van Staalbankiers. Deze diensten (BPO Diensten) worden geleverd in verschillende fasen:
- Transitie: de Transitie is vastgelegd in een transitieplan en behelst de validatie van het transitieplan en transitie van de bestaande IT-infrastructuur voor Staalbankiers bij Centric, eindigend op 1 juli 2011 (ook wel aangeduid als de Overgangsdatum);
- Transformatie: de Transformatie is vastgelegd in een Transformatieplan en behelst de implementatie van de nieuwe IT-infrastructuur voor Staalbankiers, eindigend op 31 maart 2012;
- Operationele Dienstverlening (of de Runfase): uitvoering van de dienstverlening, eerst op basis van de bestaande IT-systemen en na realisatie van de Transformatie op basis van de nieuw geïmplementeerde IT-infrastructuur, tot 31 maart 2018.
“Vergoeding voor omzetderving bij tussentijdse beëindiging en gedeeltelijke opzegging”) van Bijlage 4 is opgenomen:
- Commitment van het management van Centric FSS om op korte termijn een exit plan met Staalbankiers overeen te komen, waarbij met Logica wordt samengewerkt om exit en transitie optimaal in te vullen;
- Detailleren van de voorgestelde aanpak door de architecten en technische deskundigen van Logica en Centric FSS zodat op inhoud overeenstemming wordt bereikt; hiervoor zijn inhoudelijke sessies met Centric FSS noodzakelijk, waarin - in gezamenlijkheid een globale mijlpalenplanning kan worden overeengekomen;
- Door Staalbankiers zo spoedig mogelijk, overeenstemming verkrijgen over die onderwerpen die door Centric FSS als randvoorwaardelijk zijn benoemd
deze verzoeken kort met jou besproken. Er is toen afgesproken dat de verzoeken, na jouw vakantie, verder met jou besproken zouden worden en dat Staalbankiers, indien dat dan nog nodig zou blijken, daarna met een formele schriftelijke reactie zou komen. Deze afspraak is door […] bevestigd in zijn email van 18 februari jl. Hoewel dit overleg nog niet heeft plaatsgevonden, zijn er ondertussen in de Stuurgroep van 10 maart jl. en 17 maart jl. aanvullende afspraken gemaakt over de tijdslijnen waaraan Wijzigingsverzoek No. 001 refereert. Wat ons betreft zijn deze afspraken in de Stuurgroep leidend en komt Wijzigingsverzoek No. 001 daarmee te vervallen.
van Logica gevraagd om een overzicht van de wijzigingsvoorstellen waarop wij nog niet hebben geantwoord (…), maar dat overzicht nog niet ontvangen. Zodra wij dat hebben, zullen wij binnen twee werkdagen formeel reageren. Of, voor het geval uw brief bedoelt om te vragen om een formele reactie op uw informele voorstel van eind augustus, geven wij die ook, namelijk hieronder. Het is geenszins onze bedoeling de besluitvorming te vertragen.
“because of the delayed Centric dependencies and the Package scenario evaluation”.
- vergoeding van de nog niet betaalde kosten voor uitgevoerde werkzaamheden 'uit het verleden' ad € 6,126 miljoen inclusief 21% BTW ; en
- betaling van de vergoeding wegens gederfde omzet conform de tabel in Bijlage 4 ad € 8,375 miljoen exclusief BTW is 9,388 miljoen inclusief BTW.; en
- betaling van een vergoeding voor kosten van het contracting team van CGI ad € 278.000,= inclusief BTW; en
- vergoeding van kosten externe juridische bijstand tot op heden ten bedrage van € 78.000,= inclusief BTW.
- binnen twee weken een Wijzigingsvoorstel te verstrekken dat recht doet aan de besparing die optreedt door de verschuiving van werkzaamheden in het kader van de Transitie van CGI naar Centric;
- binnen twee weken een reële planning voor de Transitie op basis van Thaler te verstrekken) als CGI zou willen volhouden dat Thaler geschikt is), dan wel op basis van Allshare (als CGI zou erkennen dat Thaler ongeschikt is).
- binnen 30 dagen een TPM verklaring volgens artikel 11.12 Overeenkomst te verstrekken (met betrekking tot 2012);
- binnen een week die door Staalbankiers uit hoofde van de Overeenkomst betaalde bedragen, en wel in totaal EUR 14,3 miljoen, terug te betalen omdat die onverschuldigd zijn betaald.
3.Beoordeling
due diligenceen dat de werkelijke aanpak daarom aan wijzigingen onderhevig is. Staalbankiers onderbouwt evenwel onvoldoende welke verwijten in dit verband aan het adres van CGI kunnen worden gemaakt. Het hof heeft niet kunnen vaststellen dat CGI bewust is uitgegaan van onjuiste aannames. Dat CGI gedurende de gunning en onderhandelingsfase over de Overeenkomst heeft in strijd gehandeld met haar (precontractuele) zorgplicht of dat zij is tekortgeschoten in een informatieverplichting jegens Staalbankiers is dan ook niet voldoende gebleken. Tegen deze achtergrond kunnen deze klachten niet leiden tot vernietiging van het bestreden vonnis.
deliverablesen AO-IC documentatie niet ter beschikking wilde stellen van CGI en dat Centric (ook overigens) niet wilde meewerken aan de Transformatie. Als gevolg van het een en ander, zo had CGI volgens Staalbankiers moeten begrijpen, zou de Transitie met minimaal 5 maanden worden vertraagd, zou het personeel van Centric dat CGI voor de Transformatie nodig had pas vanaf 1 december 2011 bij CGI in dienst kunnen treden en zou de Transformatie pas acht à tien maanden later dan gepland kunnen worden afgerond. Daarmee zou de Transformatie niet op tijd zijn afgerond voordat het contract met Centric afliep en voordat de systemen van Staalbankiers gereed dienden te zijn voor SEPA-betalingen. Daarnaast zouden de geconstateerde problemen onaanvaardbaar hoge extra kosten opleveren, zo stelt Staalbankiers.
go live’ van Thaler naar 16 november 2012. Het wijzigingsvoorstel gaat ervan uit dat de EDEN
deliverablesniet zouden worden overgedragen. In dit voorstel is verder opgenomen welke extra kosten volgens CGI verbonden zijn aan de Transitie en de Transformatie. Tegen de achtergrond van deze stukken heeft Staalbankiers naar het oordeel van het hof onvoldoende gemotiveerd dat zij door CGI onvoldoende is gewezen op en gewaarschuwd voor de risico’s die de vervlechting van de systemen, de ouderdom van de AS400, de afhankelijkheid van (de
know howvan) Centric en het ontbreken van de EDEN
deliverablesmet zich brachten. Staalbankiers kon op grond van de door CGI verstrekte gegevens beoordelen of zij de Overeenkomst op de voet van artikel 3.2 van de Overeenkomst wilde beëindigen en had daartoe een gesprek met CGI kunnen arrangeren. In deze omstandigheden rustte er geen verplichting op CGI om Staalbankiers mee te delen dat het beter was om de Overeenkomst op deze grond te beëindigen. Dat geldt te meer nu, naar Staalbankiers niet of onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken, Staalbankiers de overeenkomst met Centric inmiddels had opgezegd en Staalbankiers en Centric in de hier aan de orde zijnde periode gebrouilleerd waren, waardoor Staalbankiers, naar ook CGI begreep, bij een beëindiging van de Overeenkomst niet zou willen terugvallen op de dienstverlening van Centric. De enkele stelling van Staalbankiers dat Centric uiteindelijk de dienstverlening gewoon heeft voortgezet, zegt immers niets over de verhoudingen tussen Staalbankiers en Centric in de hier relevante periode. Gelet op de tijdstippen waarop Staalbankiers aan de SEPA-richtlijnen diende te voldoen en de duur die een nieuwe aanbestedingsperiode met zich zou brengen, was een beëindiging in dat stadium daarom geen reële optie. Dat, zoals Staalbankiers stelt, CGI er in april/september 2011 al mee bekend was dat zij de benodigde kennis voor de Transformatie niet zou krijgen doordat het personeel van Centric niet naar CGI zou overgaan, strookt niet met de stelling van Staalbankiers dat Centric meewerkte aan de Transitie en is overigens onvoldoende onderbouwd, zodat het hof die stelling verwerpt. Uit het vorenstaande volgt dat de grieven 2 tot en met 5 tevergeefs zijn voorgesteld.
due diligencerapport leidde blijkens haar brief van 23 maart 2011 bij Staalbankiers tot tal van vragen, in het bijzonder met betrekking tot de financiële consequenties van de op dat moment geconstateerde bevindingen uit het validatie-onderzoek. Staalbankiers verzocht daarom een aanvullende rapportage (zie 2.9.5). Met het validatierapport van 13 april 2011 traden vervolgens tal van complicaties aan het licht die blijkens het gespreksverslag van 21 april 2011 en de e-mail van 26 april 2011 nader aan Staalbankiers zijn gecommuniceerd. Een en ander heeft geleid tot wijzigingsvoorstellen op 22 juni en 29 augustus 2011. Gelet op de financiële consequenties en de inmiddels ontdekte risico’s zijn deze voorstellen evenwel niet door Staalbankiers aanvaard. Daarmee was een situatie ontstaan waarin CGI gelet op de uitkomsten van de validatie niet bereid was de op basis van onjuiste veronderstellingen aangegane Overeenkomst verder uit te voeren, terwijl Staalbankiers niet bereid was de financiële consequenties en onzekerheden daarvan te aanvaarden.
NJ2012/684). Naar het oordeel van het hof kan evenwel in het onderhavige geval niet worden geoordeeld dat de ontbindingsverklaring heeft geleid tot verzuim van Staalbankiers. Daartoe is redengevend de voordien in onderling overleg overeengekomen wederzijdse opschorting van de uitvoering van de Overeenkomst die meebrengt dat zich, ondanks de niet-gerechtvaardigde ontbindingsverklaring, niet een van de in artikel 6:83 BW bedoelde gevallen voordoet.