Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2. Feiten
3.Beoordeling
Oude Huurovereenkomst
grieven 1 tot en met 4gericht, die zich lenen voor gezamenlijke behandeling. Ter toelichting voert Bulgarije aan, samengevat, dat de payment requests niet als facturen kunnen worden beschouwd maar het karakter hebben van een sommatie tot betaling van huur en dat niet in de huurovereenkomst of enig ander stuk is opgenomen dat de betaling afhankelijk is van de ontvangst van een factuur. Bulgarije heeft ook nooit toestemming aan NBM gegeven om met betaling te wachten tot zij een factuur of sommatie van Bulgarije heeft ontvangen. Bulgarije heeft stelselmatig geklaagd over de te late betalingen. Slechts NBM had de mogelijkheid de huurovereenkomst op te zeggen tegen het einde van de eerste vijf jaar. Het was dan ook in zoverre geen keuze van Bulgarije om de huurovereenkomst met nogmaals vijf jaar te verlengen, ondanks het betalingsgedrag van NBM. Bulgarije heeft er niet voor gekozen om een geheel nieuwe huurovereenkomst te sluiten, in die zin dat daarmee ook nieuwe termijnbescherming voor NBM is gaan lopen. Partijen hebben alle afspraken in één allesomvattende huurovereenkomst vastgelegd, waarbij alle essentialia, afgezien van de huurprijs en de huurtermijn, ongewijzigd zijn gebleven. Het betalingsgedrag van NBM is een dermate ernstige tekortkoming dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt, terwijl dit betalingsgedrag tevens getuigt van slecht huurderschap op grond waarvan de huurovereenkomst kan worden beëindigd, aldus nog steeds Bulgarije.
- NBM in het verleden met regelmaat te laat heeft betaald;
- in de huurovereenkomst niet is opgenomen dat Bulgarije een factuur dient te sturen;
- NBM in de praktijk pas betaalde na ontvangst van een payment request;
- partijen in augustus 2013 een nieuwe huurovereenkomst hebben gesloten, ingaande 1 december 2011.
grief 5komt Bulgarije op tegen het oordeel van de kantonrechter in rov 7 van het vonnis. Dit oordeel komt er, samengevat, op neer dat NBM aan de in de huurovereenkomst genoemde termijnen heeft voldaan en de renovatie naar tevredenheid van beide partijen is uitgevoerd, zodat dit in ieder geval niet de ontbinding rechtvaardigt en het minder voortvarend ter hand nemen en minder communiceren dan door Bulgarije gewenst evenmin als in strijd met goed huurderschap kan worden gekwalificeerd.
grief 6faalt dan ook.
“volledig nieuwe huurovereenkomst”te sluiten en dat met “rechtsgeldige ondertekening van deze huurovereenkomst door beide partijen,
de tussen partijen gesloten overeenkomst d.d. 21 april 2006, met allonge hierop d.d. 21 april 2006
komt te vervallen.” (cursivering hof). Uit deze volstrekt ondubbelzinnige bewoordingen kan ook het hof niet anders afleiden dan dat partijen hebben beoogd een geheel nieuwe huurovereenkomst te sluiten, met de daarbij behorende wettelijke termijnbescherming. De stelling dat partijen een andere bedoeling hebben gehad is onvoldoende onderbouwd. Het feit dat in artikel 3.1 van de nieuwe huurovereenkomst een termijn van (slechts) vijf jaar staat vermeld, doet aan het voorgaande niet af. Aan een belangenafweging komt het hof niet toe.
grieven 8 en 9missen zelfstandige betekenis en behoeven daarom geen bespreking; zij delen het lot van de voorgaande grieven.