3.1Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
( i) [persoon 1] was directeur/grootaandeelhouder van QRE. [persoon 1] is werkzaam geweest op de afdeling vastgoed van Delta Lloyd. In juli 2008 is [persoon 1] door Delta Lloyd ontslagen. In september 2008 heeft Delta Lloyd aangifte gedaan tegen [persoon 1] wegens fraude daarin bestaande dat hij namens en voor rekening van Delta Lloyd te hoge aanneemsommen liet factureren. Het verschil met de werkelijke aanneemsommen staken [persoon 1] en de betrokken aannemers in eigen zak. Met de aldus verkregen gelden investeerde [persoon 1] voor zichzelf en voor QRE in onroerend goed. Bij vonnis van 16 december 2010 is [persoon 1] wegens oplichting, valsheid in geschrift en witwassen veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar en tot betaling aan Delta Lloyd van een schadevergoeding van € 4.439.065,90.
(ii) Op 20 mei 2009 - derhalve na het ontslag van en de aangifte tegen [persoon 1] - hebben QRE en [persoon 1] ten overstaan van Caminada notarissen te Den Haag (tweede en derde) hypotheken verleend aan Crown op de appartementsrechten aan de [straat] en [straat] te [plaats] voor een geldlening van Crown aan QRE van € 225.000. De notariële nota van afrekening houdt in dat QRE uit die geldlening reeds € 30.000 had ontvangen en dat na aftrek van kosten nog € 164.322,42 te ontvangen resteerde. Dat bedrag is op 23 mei 2009 vanaf de derdengeldrekening van de notaris bijgeschreven op de bankrekening van QRE.
(iii) Op 29 september 2009 zijn de panden aan de [straat] en [straat] geleverd aan een koper (Vastland Beheer B.V., hierna Vastland Beheer) voor € 800.000 ([straat]), € 400.000 ([straat]) en € 200.000 ([straat]. Uit de verkoopopbrengst is het bedrag van de geldlening van Crown afgelost vermeerderd met een bedrag van € 100.000.
(iv) Bij vonnis van 20 juli 2010 is QRE in staat van faillissement verklaard met benoeming van de curator als zodanig. De curator heeft vraagtekens gezet bij het meerdere van € 100.000 waarmee de geldlening van Crown is afgelost. De curator heeft daar onderzoek naar ingesteld. Daarbij is een tussen Crown en QRE/[persoon 1] opgemaakte akte d.d. 12 mei 2009 boven water gekomen. De aanhef van die akte luidt “
Overeenkomst van geldlening”. Die akte houdt verder onder meer in:
Schuldenaar[[persoon 1]/QRE; hof]
behoefte heeft aan liquide gelden ter zake de afbouw van een viertal appartementsrechten staande en gelegen te [plaats]
[straat] ten bedrage van in hoofdsom groot € 225.000,= (zegge –tweehonderdvijfentwintigduizendeuro-) in welke behoefte schuldeiser[Crown; hof]
wenst tegemoet te komen door aan schuldenaar voormeld bedrag te verstrekken, onder navolgende voorwaarden:
A, geldingsduur lening uiterlijk 5 maanden na datum te dezer zake nog te vestigen hypotheek t.o.v. Caminada notarissen kantoorhoudende te den Haag;
B, gedurende de periode van geldlening -5 maanden- zal door schuldenaar geen rente zijn verschuldigd;
C, schuldenaar is een vergoeding verschuldigd ad. € 100.000,= (zegge _ éénhonderdduizendeuro ter zake het beschikbaar stellen van de gelden aan schuldeiser uiterlijk opeisbaar per de datum als genoemd in art. A;
D, vervroegde terugbetaling zal te allen tijde aan schuldenaar zijn toegestaan, waaronder het bedrag als nader vast te stellen ter zake het verlenen van royement van schuldeiser zulks met een minimum van € 20.000,= oplopend tot € 80.000,=;
(…)
I, schuldeiser heeft [persoon 2] belast met de afhandeling ter zake welke opdracht [persoon 2] heeft aanvaard;
(…)”
( v) Uit onderzoek is de curator voorts gebleken dat het aan QRE geleende bedrag is gefourneerd door (niet alleen) Crown (€ 165.0000), (maar ook door) [persoon 2] (€ 30.000), [persoon 3] (€ 30.000) en [persoon 4] (€ 10.000) en dat dezen ieder naar rato zouden delen in de vergoeding van € 100.000.
(vi) Een schriftelijke verklaring van [persoon 2], gedateerd 13 juli 2012 luidt, voor zover van belang:
“Ik ben in 2009 betrokken geweest bij een transactie tussen Quality Real Estate B.V. en Crown Investment Amsterdam B.V.. (…)
De transactie waar ik hierboven op doel vond plaats in mei 2009 en had betrekking op een door Crown aan QRE te verstrekken lening van € 225.000,-. Die lening was bedoeld om een aantal appartementen van QRE aan de [straat] te Den Haag te verbouwen. [persoon 1]. [[persoon 1] – hof] had mij verzocht in mijn netwerk na te gaan wie een dergelijke lening wilde verstrekken. QRE had toen al financiële problemen, een bankfinanciering was niet mogelijk. Via de heren [persoon 4] en [persoon 3] kwam ik bij de heer [persoon 5] uit (…).
[persoon 5] wilde de lening wel verstrekken, maar wilde onder geen enkele voorwaarde risico lopen. Er moest daarom een hypotheek op de appartementen worden verstrekt. (…) Hoewel er in eerste instantie besproken was dat er voor Crown een winstdelingsvergoeding zou komen bij verkoop van de panden aan de [straat] hebben we daar in verband met de bestaande financiële problemen van QRE een vaste vergoeding van gemaakt. De lening hoefde maar een looptijd van vijf maanden te hebben. Daarna zouden de appartementen kunnen worden verkocht. Bij een bedrag aan ontwikkelingskosten van € 1,25 miljoen zouden de panden € 1,45 miljoen moeten opbrengen. Crown diende een vergoeding van € 100.000,- te ontvangen.
Vanwege de slechte financiële toestand van QRW wilde Crown niet alleen een heel hoge en ongebruikelijke vergoeding voor de lening ontvangen, maar ook dat er op meerdere panden van QRE hypotheek zou worden gevestigd, en niet alleen op de appartementen die verbouwd zouden worden. (…)
Ik kan verklaren dat Crown bij de verstrekking van de lening hierdoor geen extra risico liep. Er werd hypotheek gevestigd op de appartementen aan de [straat] en die aan de [straat]. De lening van Crown, vermeerderd met de vergoeding van € 100.000,- extra was daarmee gedekt. Dat de extra € 100.000,- ten laste ging van schuldeisers van QRE was Crown en [persoon 1]. natuurlijk duidelijk. (…)
De lening stond uit tot medio oktober 2009 2009. Kort daarvoor was bekend geworden dat [persoon 1]. betrokken was in een fraudezaak. (…)
Vanwege het ophanden zijnde faillissement zijn de panden dus eerder aan Vastland verkocht en heeft Crown de lening eerder uitbetaald gekregen, vermeerderd met € 100.000,-. [persoon 1]. zat toen al vast, voor de levering was de handtekening van [persoon 1] nodig. Wij wisten dus op het moment dat de lening werd aangegaan al van de financiële problemen van QRE en begrepen kort daarna dat een faillissement heel concreet was.”