Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Verdere beoordeling
3.Beslissing
rol van 18 september 2018voor deskundigenbericht;
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die een vervolg is op een eerder tussenarrest van 20 december 2016, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen de Stichting De Stadhouder en Oberon Bouw B.V. over de marktwaarde van een appartementsrecht dat op 26 oktober 2000 is verkocht. De deskundigen B.A. Melchers en H.A. Burger zijn benoemd om de waarde van het vastgoed te onderzoeken. Het deskundigenbericht is op 1 augustus 2017 ingediend, waarna beide partijen hun reacties hebben gegeven. De Stadhouder heeft bezwaar gemaakt tegen de wijze waarop de deskundigen de waarde hebben vastgesteld, met name omdat zij niet in de gelegenheid zijn gesteld om vragen te stellen over het conceptrapport, wat in strijd is met artikel 198 Rv. Oberon heeft erkend dat de deskundigen deze instructie niet hebben gevolgd, maar twijfelt niet aan hun deskundigheid.
Het hof heeft geoordeeld dat het deskundigenbericht op dit moment niet bruikbaar is vanwege de omissies van de deskundigen. Het hof heeft besloten dat de deskundigen alsnog de gelegenheid moeten krijgen om te reageren op de laatste memories van partijen en hen in de gelegenheid te stellen om opmerkingen te maken. Tevens is er een aanvullend voorschot van € 1.694,= vastgesteld voor de deskundigen, dat door beide partijen moet worden betaald. Het hof heeft verder bepaald dat de deskundigen hun aanvullende rapport vóór 18 september 2018 moeten indienen. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen.