Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
U bent de afgelopen tijd al regelmatig aangesproken op het feit dat u uw taken in de winkel stelselmatig verwaarloost. U komt regelmatig te laat. U heeft courante winkelvoorraden opzettelijk verdonkeremaand om later - in uitverkooptijd - met korting voor uzelf te kunnen kopen. Tijdens werktijd besteedt u veel tijd aan gesprekken met uw privételefoon, in strijd met geldende richtlijnen van uw werkgever. U heeft meermaals geweigerd schriftelijke waarschuwingen te ondertekenen voor ontvangst.
3.Beoordeling
primairvernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst door DLR, veroordeling van DLR tot betaling van het loon vanaf 21 april 2017 (te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente) en wedertewerkstelling verzocht, zulks op straffe van een dwangsom.
Subsidiairheeft [appellante] verzocht om toekenning van een transitievergoeding ad € 1.571,- bruto en een billijke vergoeding van € 10.923,- bruto dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag. Verder heeft [appellante] verzocht om een voorlopige voorziening te treffen als bedoeld in artikel 223 Rv strekkende tot wedertewerkstelling en doorbetaling van loon en veroordeling van DLR in de proceskosten, waaronder de nakosten.