Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant sub 1] ,
EMPEROR HOLDING B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grieven 1 tot en met 3 in het principale beroepbestrijden [appellant sub 1] en Emperor dat de vordering die [geïntimeerde] in dit geding geldend wil maken, rechtsgeldig door de maatschap aan [geïntimeerde] is overgedragen. De genoemde grieven lenen zich voor een gezamenlijke bespreking. Nu de betrokken vordering bij het eindvonnis ten aanzien van Emperor is afgewezen en de grieven niet tegen deze afwijzing zijn gericht, kunnen zij ten aanzien van Emperor niet tot andere beslissingen leiden dan bij het eindvonnis gegeven. Voor zover zij door Emperor zijn opgeworpen, falen de grieven alleen al hierom. Zij behoeven, bij gebrek aan belang, in zoverre geen verdere bespreking.
grief 4betogen [appellant sub 1] en Emperor dat de kantonrechter bij het eindvonnis heeft nagelaten [geïntimeerde] te veroordelen in de kosten van het geding in eerste aanleg aan de zijde van Emperor, aangezien de vordering ten aanzien van deze partij is afgewezen. De grief berust op een verkeerde lezing van het eindvonnis. Bij dat vonnis is [geïntimeerde] namelijk reeds veroordeeld in de gedingkosten aan de zijde van Emperor, met dien verstande dat die kosten daarbij zijn begroot op nihil. Voor zover de grief bedoelt tegen deze kostenbegroting op te komen, miskent zij dat de rechter in een geval als dit de vrijheid heeft de te vergoeden gedingkosten te begroten op nihil, in het bijzonder nu Emperor geen zelfstandige, van die van [appellant sub 1] te onderscheiden, proceshandelingen heeft verricht. Ook deze grief faalt daarom.
voorwaardelijk incidentele beroepbehoeft geen bespreking, aangezien de voorwaarde – te weten gegrondbevinding van een of meer van de onder 3.6 genoemde principale grieven – waaronder dat beroep is ingesteld, niet is vervuld. Als de in het ongelijk gestelde partij zullen [appellant sub 1] en Emperor worden veroordeeld in de kosten van de procedure in het principale beroep. In het voorwaardelijk incidentele beroep wordt geen kostenbeslissing gegeven, nu daarin geen van de partijen in het ongelijk is gesteld.
4.Beslissing
€ 632,- voor salaris advocaat en op € 131,- voor nasalaris van de advocaat, te vermeerderen met € 68,- voor nasalaris als niet binnen veertien dagen aan deze kostenveroordeling is voldaan en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden;