Uitspraak
2 SWISSPORT CARGO SERVICES THE NETHERLANDS B.V.
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
overeenkomstig de gewone betekenis van de termen van het verdrag, in hun context en in het licht van voorwerp en doel van het verdrag”.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Panalpina Welttransport (Deutschland) GmbH en Air China Cargo Co, Ltd. en Swissport Cargo Services The Netherlands B.V. over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter in een kwestie van verloren laptops tijdens een vervoersovereenkomst. Panalpina heeft in hoger beroep beroep gedaan op een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, die zich onbevoegd verklaarde op basis van artikel 33 van het Verdrag van Montreal. De laptops waren vervoerd van China naar Schiphol en zouden daarna naar Duitsland worden vervoerd. Een deel van de laptops is echter uit de loods van Swissport op Schiphol verdwenen.
De rechtbank oordeelde dat de plaats van bestemming van de goederen Duitsland was, zoals vermeld in de luchtvrachtbrief, en dat Schiphol slechts de plaats van overlading was. Panalpina betoogde dat Schiphol als plaats van bestemming moest worden aangemerkt, maar het hof verwierp deze stelling. Het hof benadrukte dat de uitleg van het Verdrag van Montreal verdragsautonoom dient te zijn en dat de term 'bestemming' in het verdrag verwijst naar de plaats waar de goederen aan de geadresseerde moeten worden afgeleverd.
Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank en oordeelde dat de Nederlandse rechter niet bevoegd was om van de vorderingen kennis te nemen. Panalpina werd veroordeeld in de proceskosten van zowel Air China als Swissport. Het arrest werd uitgesproken op 8 mei 2018.