In deze zaak, die voortvloeit uit een eerder tussenarrest van 1 augustus 2017, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 mei 2018 een arrest uitgesproken in een civiele procedure. De zaak betreft een geschil tussen een appellant en een geïntimeerde over de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door kwartsstof op lamellen, die mogelijk afkomstig is van het schuren van de vloer door de geïntimeerde. Het hof heeft in het tussenarrest vastgesteld dat deskundige voorlichting noodzakelijk is om te bepalen of het kwartsstof afkomstig is van de vloer en of het kan worden verwijderd zonder zichtbare schade. Beide partijen hebben deskundigen voorgesteld en het hof heeft besloten om ir. J. Bovend’Eerdt als deskundige te benoemen. De deskundige is belast met het beantwoorden van specifieke vragen over de herkomst van het kwartsstof en de kosten van verwijdering. Het hof heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om op het deskundigenrapport te reageren zodra dit is ingediend. Het hof heeft verder iedere verdere beslissing aangehouden totdat het deskundigenonderzoek is afgerond.