In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 27 januari 2015 was gewezen. De verdachte, geboren in 1959, was beschuldigd van diefstal door middel van braak, waarbij hij op 30 maart 2013 in Amsterdam een navigatiesysteem uit een personenauto heeft weggenomen. De verdachte heeft zich toegang verschaft tot de auto door een achterruit in te slaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen heeft verklaard, maar heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en een andere straf opgelegd. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, maar het hof heeft deze straf verlaagd naar 50 uren, deels voorwaardelijk, vanwege de overschrijding van de redelijke termijn in het proces. Het hof heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn vrijwillige begeleiding bij HVO Querido en zijn motivatie om zijn drugsproblematiek aan te pakken. De overschrijding van de redelijke termijn, die meer dan een jaar en drie maanden bedroeg, is verdisconteerd in de strafmaat. Het hof heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een taakstraf van 50 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren wordt verricht.