ECLI:NL:GHAMS:2018:1730

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 juni 2018
Publicatiedatum
4 juni 2018
Zaaknummer
23-003337-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vonnis met omzetting van gevangenisstraf naar taakstraf in hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 8 september 2017 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1990, die in hoger beroep ging tegen een vonnis dat hem een voorwaardelijke gevangenisstraf had opgelegd. Het hof heeft het hoger beroep beperkt tot de zaak met parketnummer 96-015174-17. Tijdens de zitting op 18 mei 2018 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw gehoord.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd voor zover het aan zijn oordeel was onderworpen, maar heeft de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging vernietigd. Het hof heeft een nieuw bewijsmiddel toegevoegd, namelijk een ademanalyseformulier van 22 januari 2017. De vordering van het openbaar ministerie om de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf is gehonoreerd. De gevangenisstraf van 1 week is omgezet in een taakstraf van 14 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis.

De raadsvrouw had verzocht om verlenging van de proeftijd, maar dit verzoek is afgewezen omdat de proeftijd inmiddels was verstreken. Het hof heeft de beslissing om de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf te gelasten, gebaseerd op het feit dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit. Het hof heeft de uitspraak op de openbare terechtzitting gedaan, waarbij mr. E.H.M. Druijf niet in staat was het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003337-17
datum uitspraak: 1 juni 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 8 september 2017 in gevoegde strafzaken onder de parketnummers 96-015174-17 en 96-028989-17, alsmede 96-085911-14 (TUL) tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 18 mei 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis, welk beroep bij akte is beperkt tot de zaak met parketnummer 96-015174-17.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en zal dit derhalve bevestigen
behalveten aanzien van de beslissing op de vordering tenuitvoerlegging.
In zoverre zal het vonnis worden vernietigd en met dien verstande dat het hof het volgende bewijsmiddel zal toevoegen;
- Een geschrift: een ademanalyseformulier van 22 januari 2017, als bijlage gevoegd bij het als bewijsmiddel 1 vermelde proces-verbaal met nummer PL0900-22012017172004070.
Het hiervoor vermelde bewijsmiddel is slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland van 10 maart 2015 met parketnummer 96-085911-14 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 week. Met dien verstande dat de gevangenisstraf zal worden omgezet in een taakstraf voor de duur van 20 uren, bij niet verrichten te vervangen door 10 dagen hechtenis.
Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
De raadsvrouw heeft het hof verzocht de proeftijd met een jaar te verlengen.
Gebleken is dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom kan de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.
Op grond van hetgeen omtrent de veroordeelde ter terechtzitting naar voren is gebracht zal het hof in plaats van een last tot tenuitvoerlegging van deze vrijheidsstraf een taakstraf van na te melden duur gelasten. De voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 1 week die thans ten uitvoer wordt gelegd, zal worden omgezet tot een taakstraf voor de duur van 14 uren, te vervangen door 7 dagen hechtenis.
Het hof wijst het verzoek om proeftijdverlenging af, omdat deze is verstreken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigthet vonnis waarvan beroep
ten aanzien van de beslissing op de vordering tenuitvoerleggingen doet in zoverre opnieuw recht.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland van 10 maart 2015, parketnummer 96-085911-14, te weten van gevangenisstraf voor de duur van 1 week, te vervangen door:
taakstrafvoor de duur van
14 (veertien) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
7 (zeven) dagen hechtenis.
Bevestigt het vonniswaarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen
voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.M.C. Tilleman, mr. M.L.M. van der Voet en mr. E.H.M. Druijf, in tegenwoordigheid van A.D. Renshof, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 1 juni 2018.
mr. E.H.M. Druijf is buiten staat dit arrest te ondertekenen