ECLI:NL:GHAMS:2018:1728

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 juni 2018
Publicatiedatum
4 juni 2018
Zaaknummer
23-003567-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor wederrechtelijk binnendringen en veroordeling voor eenvoudige belediging en beschadiging

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder wederrechtelijk binnendringen, eenvoudige belediging en beschadiging van eigendom. Het hof heeft de zaak beoordeeld naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 18 mei 2018. De verdachte is vrijgesproken van de tenlastelegging van wederrechtelijk binnendringen, omdat niet bewezen kon worden dat hij op de hoogte was van een complexverbod dat hem was opgelegd. Het hof oordeelde dat de bewijsvoering onvoldoende was om de verdachte hiervoor te veroordelen.

Echter, de verdachte is wel veroordeeld voor de beschadiging van de gevel van een perceel dat toebehoorde aan een benadeelde, en voor de belediging van een beveiliger. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk en wederrechtelijk de gevel heeft beschadigd door deze te bespuiten met graffiti. Daarnaast heeft hij de beveiliger beledigd door kwetsende woorden te gebruiken. Het hof heeft de eerdere veroordelingen van de verdachte in aanmerking genomen en heeft besloten tot een gevangenisstraf van één week, waarbij de tijd in voorarrest in mindering wordt gebracht. Ook zijn de in beslag genomen verfspuitbussen verbeurd verklaard en is een boksbeugel onttrokken aan het verkeer. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke gevangenisstraf is afgewezen, omdat de proeftijd niet duidelijk kon worden vastgesteld.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003567-17
datum uitspraak: 1 juni 2018
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 26 september 2017 in gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-046156-17 en 13-004645-17 en 13-052038-17, alsmede 13-165021-16 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969,
(post)adres: [adres 1]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 18 mei 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsvrouw naar voren heeft gebracht.

Tenlasteleggingen

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
Zaak met parketnummer 13-046156-17:
hij op of omstreeks 7 maart 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een goed, te weten een gevel van perceel [adres 2] , dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 1] heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Zaak met parketnummer 13-052038-17 (gevoegd):
hij op of omstreeks 17 maart 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, in een woning/besloten lokaal/besloten erf, gelegen aan het Kramatplantsoen (Flevohuis) en in gebruik bij [benadeelde 3] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, wederrechtelijk is binnengedrongen;
Zaak met parketnummer 13-004645-17 (gevoegd):
hij op of omstreeks 19 juli 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk [benadeelde 2] , in de hoedanigheid van beveiliger, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem het woord toe te voegen: "Kankerlijer", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring en strafoplegging komt dan de politierechter.

Vrijspraak in de zaak met parketnummer 13-052038-17

Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] houdt in dat de complexbeheerder van het Flevohuis op 24 maart 2016 mondeling aan de verdachte te kennen heeft gegeven dat voor hem een complexverbod gold. Dit proces-verbaal is op 22 februari 2017 opgemaakt, dus bijna een jaar na die mededeling. Uit het dossier, noch anderszins, kan worden afgeleid dat de verdachte op de hoogte was van dit verbod.
Dit leidt tot de slotsom dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte in de zaak met parketnummer 13-052038-17 is ten laste gelegd, zodat hij hiervan dient te worden vrijgesproken.

Bespreking van de ter terechtzitting gevoerd verweren

Ten aanzien van de zaak met parketnummer 13-046156-17
De raadsvrouw van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak bepleit.
Zij heeft hiertoe aangevoerd:
primairdat er onvoldoende wettig bewijs is omdat de voor het bewijs gebruikte aangifte van 13 maart 2017 onduidelijk is. De aangever heeft op verzoek van de politie aangifte gedaan zonder dat hij het beschadigde perceel had bekeken. Zowel hierdoor als door de onduidelijke foto’s in het dossier is het onvoldoende duidelijk of het gaat om een muur van een perceel van de [benadeelde 1] .
subsidiairdat geen sprake is van een voltooid feit. De verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] hebben in het proces-verbaal van aanhouding van 8 maart 2017 gerelateerd dat zij zagen dat de verdachte met verf op de betreffende muur ging spuiten. Het delict was dus niet voltooid.
Het hof overweegt hiertoe als volgt.
Uit genoemd proces-verbaal aanhouding blijkt dat de verdachte op heterdaad is aangehouden ter hoogte van perceel [adres 2] in Amsterdam, waar het Muiderpoort Station is gevestigd. Dit station is eigendom van de [benadeelde 1] .
De verbalisanten hebben waargenomen dat de verdachte
wederomzwarte tekst op de gevel ging spuiten. Zij waren ter plaatse gegaan vanwege een melding over onenigheid tussen de verdachte en een man naar aanleiding van het aanbrengen van teksten met een spuitbus door de verdachte op die gevel.
Het hof leidt uit dit een en ander af dat reeds sprake was van een voltooide beschadiging.
De verweren worden dan ook verworpen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 13‑046156-17 en in de zaak met parketnummer 13-004645-17 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer 13-046156-17:
hij op 7 maart 2017 te Amsterdam opzettelijk en wederrechtelijk een gevel van perceel [adres 2] , toebehorend aan [benadeelde 1] , heeft beschadigd;
Zaak met parketnummer 13-004645-17 (gevoegd):
hij op 19 juli 2016 te Amsterdam opzettelijk [benadeelde 2] , in diens hoedanigheid van beveiliger, in zijn tegenwoordigheid mondeling heeft beledigd door hem het woord toe te voegen: "Kankerlijer".
Hetgeen in de zaak met parketnummer 13-046156-17 en in de zaak met parketnummer 13-004645-17 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het in de zaak met parketnummer 13-046156-17 en in de zaak met parketnummer 13-004645-17 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in de zaak met parketnummer 13-046156-17 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
Het in de zaak met parketnummer 13-004645-17 bewezen verklaarde levert op:
eenvoudige belediging.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 13-046156-17 en in de zaak met parketnummer 13-004645-17 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straffen en maatregel

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg in de zaak met parketnummer 13-046156-17, in de zaak met parketnummer 13-004645-17 en in de zaak met parketnummer 13-052038-17 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd alle feiten wettig en overtuigend bewezen te verklaren en de verdachte tot dezelfde straf te veroordelen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Daarbij is in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee strafbare feiten. Hij heeft een gevel van de [benadeelde 1] beschadigd, door deze te bespuiten met graffiti. Het aldus moedwillig aanbrengen van graffiti zorgt voor verloedering van de openbare ruimte en brengt hoge schoonmaakkosten met zich. Daarnaast heeft de verdachte een beveiliger beledigd. De beledigende uitlating van de verdachte is kwetsend en grievend voor de betrokkene.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 4 mei 2018 is hij eerder voor beschadiging en belediging onherroepelijk veroordeeld, hetgeen in zijn nadeel weegt. Daarom is het hof van oordeel dat niet kan worden volstaan met een andere dan een vrijheidsbenemende straf.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Beslag

Verbeurdverklaring
Het hof is van oordeel dat de onder de verdachte inbeslaggenomen en niet teruggeven verfspuitbussen dienen te worden verbeurd verklaard, omdat het bewezen verklaarde in de zaak met parketnummer
13-046156-17 is begaan met behulp van deze voorwerpen en deze bij de verdachte zijn aangetroffen tijdens het onderzoek naar het bewezenverklaarde.
Onttrekking aan het verkeer
Het inbeslaggenomen en niet teruggeven voorwerp, een boksbeugel, wordt onttrokken aan het verkeer. Het is daarvoor vatbaar omdat het aan verdachte toebehoort en is aangetroffen bij gelegenheid van het onderzoek naar het door de verdachte in de zaak met parketnummer 13-046156-17 en in de zaak met parketnummer 13-004645-17 begane feit, terwijl het kan dienen tot het begaan of voorbereiden van soortgelijke feiten en van zodanige aard is, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 57, 63, 266 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 28 oktober 2016 met parketnummer 13-165021-16 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 week (met aftrek).
Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de vordering tot tenuitvoerlegging zal toewijzen.
De raadsvrouw heeft afwijzing van de vordering bepleit.
De periode waarin de proeftijd liep van de destijds opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf is niet duidelijk vast te stellen op grond van de inhoud van het dossier. Daarom zal het hof de vordering tot tenuitvoerlegging afwijzen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 13-052038-17 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 13‑046156-17 en in de zaak met parketnummer 13-004645-17 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 13-046156-17 en in de zaak met parketnummer 13-004645-17 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) week.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
2. ( verf)spuitbus - 2 stuks.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1. Koperkleurige boksbeugel.
Wijst afde vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Amsterdam van 14 juni 2017, strekkende tot
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 28 oktober 2016, parketnummer 13-165021-16, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 1 week.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. W.M.C. Tilleman en mr. E.H.M. Druijf, in tegenwoordigheid van A.D. Renshof, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 1 juni 2018.
mr. E.H.M. Druijf is buiten staat dit arrest te ondertekenen