ECLI:NL:GHAMS:2018:1700
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gezagsbeëindiging van minderjarigen in het kader van huiselijk geweld en seksueel misbruik
In deze zaak gaat het om de gezagsbeëindiging van de ouders over hun drie minderjarige kinderen, [minderjarige A], [minderjarige B] en [minderjarige C], in het kader van een hoger beroep. De ouders, de vader en de moeder, hebben in hoger beroep beroep aangetekend tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter die het ouderlijk gezag had beëindigd. De vader is in 2016 door de rechtbank Noord-Holland veroordeeld voor seksueel misbruik van [minderjarige A] en mishandeling van de moeder. De kinderen zijn sinds hun uithuisplaatsing in een pleeggezin geplaatst en hebben geen contact meer met hun ouders. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de beëindiging van het gezag, wat door de rechtbank is toegewezen. De ouders betwisten de beslissing en stellen dat er geen sprake is van misbruik van gezag en dat de moeder in staat is om voor de kinderen te zorgen. Het hof overweegt dat de kinderen ernstig zijn bedreigd in hun ontwikkeling door de gedragingen van de vader en dat de moeder onvoldoende in staat is om de zorg voor de kinderen te dragen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de rechtbank voor wat betreft de vader, maar houdt verdere beslissingen aan met betrekking tot de moeder, zodat haar advocaat de gelegenheid krijgt om zich uit te laten over de mogelijkheden voor de moeder om haar rol als ouder te hernemen.