ECLI:NL:GHAMS:2018:1682

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 mei 2018
Publicatiedatum
30 mei 2018
Zaaknummer
23-002128-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis en aanvulling toepassing artikel 63 Wetboek van Strafrecht in hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 6 juni 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1980 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de eerste aanleg. Tijdens de zitting in hoger beroep op 15 mei 2018 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om dezelfde straf als opgelegd door de politierechter. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, maar met de aanvulling dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is. Dit artikel betreft de mogelijkheid om de straf te matigen of te verhogen in het geval van meerdere delicten. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, R.L. Vermeulen, en is openbaar uitgesproken. Het hof heeft de verdachte in zijn recht gedaan door het vonnis te bevestigen, met inachtneming van de wettelijke voorschriften.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002128-17
datum uitspraak: 29 mei 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 6 juni 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-071463-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland
adres in buitenland: [adres]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 15 mei 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof de toepasselijke wettelijke voorschriften aanvult met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. H.M.J. Quaedvlieg en mr. A.M. Ruige, in tegenwoordigheid van R.L. Vermeulen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 29 mei 2018.
mr. A.M. Ruige is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]