Uitspraak
mr. H.P. Plas, kantoorhoudende te Enschede,
mr. H.P. Plas,kantoorhoudende te Enschede,
Het verloop van het geding
Gerechtshof Amsterdam
In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, Ondernemingskamer, van 18 mei 2018, wordt het verloop van het geding besproken met betrekking tot de besloten vennootschap IBB KONDOR B.V. en de verweerder De Leege Landen II B.V. Het hof heeft eerder, op 12 juli 2017, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van De Leege Landen over de periode vanaf 2012. Mr. M.W.E. Evers werd benoemd als onderzoeker en het maximale bedrag voor het onderzoek werd vastgesteld op € 25.000, exclusief omzetbelasting. Op 8 januari 2018 werd dit bedrag verhoogd tot € 35.000.
Op 17 mei 2018 heeft de onderzoeker het verslag van het onderzoek met bijlagen aan de Ondernemingskamer overhandigd. De griffier heeft dit verslag ter griffie neergelegd. De Ondernemingskamer heeft het verslag en de bijlagen bestudeerd en, gezien de inhoud en de betrokken belangen, besloten dat het verslag ter inzage ligt voor belanghebbenden, zoals bepaald in artikel 2:353 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.
De Ondernemingskamer heeft in haar beslissing bepaald dat het verslag met bijlagen ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer op 18 mei 2018.