ECLI:NL:GHAMS:2018:1581
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.L. Leenaers
- M.F.J.M. de Werd
- M.M. van der Nat
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vonnis in hoger beroep met betrekking tot diefstal en betrouwbaarheid van proces-verbaal
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 15 augustus 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1966, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld voor diefstal. Tijdens de zitting in hoger beroep op 19 april 2018 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte dezelfde straf zou krijgen als eerder opgelegd door de politierechter. Daarnaast werd gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij zou worden toegewezen en dat de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht zou worden opgelegd.
De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak bepleit, stellende dat het proces-verbaal van bevindingen van de verbalisant onbetrouwbaar was vanwege een vermeende vooringenomenheid van de verbalisant. Het hof heeft dit verweer verworpen, stellende dat het proces-verbaal op ambtsbelofte was opgemaakt en dat er geen bewijs was voor de stelling van de verdediging. Het hof heeft geconcludeerd dat de eerdere betrokkenheid van de verbalisant bij de verdachte niet voldoende was om aan de betrouwbaarheid van het proces-verbaal te twijfelen.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis waarvan beroep bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die in de uitspraak zijn opgenomen. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof op 3 mei 2018, waarbij de griffier niet in staat was het arrest te ondertekenen.