ECLI:NL:GHAMS:2018:1538
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de oproeping in hoger beroep wegens onjuiste betekening
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die in hoger beroep is gegaan tegen een eerder vonnis, maar de oproeping om ter terechtzitting te verschijnen bleek niet op de juiste wijze te zijn betekend. De verdachte, geboren in 1985, heeft geen woon- of verblijfplaats in Nederland en is niet gedetineerd. Het hof heeft vastgesteld dat de oproeping niet is betekend volgens de voorschriften van artikel 588 van het Wetboek van Strafvordering. De oproeping was enkel aan de griffie van de rechtbank in Amsterdam uitgereikt, zonder dat deze ook naar het bekende adres van de verdachte in Roemenië was gestuurd. Hierdoor is de oproeping nietig verklaard, omdat de verdachte niet op de juiste wijze was opgeroepen om te verschijnen. Het hof heeft in zijn beslissing benadrukt dat de geldigheid van de oproeping cruciaal is voor de rechtsgang en dat de verdachte recht heeft op een behoorlijke procedure. De uitspraak van het hof is gedaan door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken.