In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1998, was aangeklaagd voor winkeldiefstal met geweld, gepleegd op 28 december 2016 te Haarlem. De tenlastelegging omvatte het wegnemen van cosmetica uit een Albert Heijn, waarbij geweld en bedreiging met geweld tegen medewerkers van de winkel werd gepleegd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het tot een andere bewezenverklaring en een zwaardere strafoplegging kwam. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte samen met een ander goederen heeft weggenomen, waarbij geweld werd gebruikt tegen de medewerkers van de Albert Heijn. De verdachte had eerder al veroordelingen voor vermogensdelicten en gewelddadige misdrijven, wat het hof in haar nadeel heeft gewogen. De advocaat-generaal had dezelfde straf geëist als in eerste aanleg, maar de raadsvrouw pleitte voor een geheel voorwaardelijke taakstraf, gezien de leeftijd van de verdachte en haar huidige levensomstandigheden. Het hof heeft echter besloten een taakstraf van 120 uren op te leggen, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis, en heeft daarbij de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd in overweging genomen. De verdachte heeft sinds de diefstal geen strafbare feiten meer gepleegd en volgt momenteel een mbo-opleiding, wat het hof hoopvol stemt voor haar toekomst.