4.3De vrouw verzoekt in principaal hoger beroep om de grieven van de man (met uitzondering van de grief die zich richt tegen de toepassing van de hofnorm door de rechtbank) als zijnde ongegrond af te wijzen en de bestreden beschikking in zoverre te bekrachtigen.
De vrouw verzoekt in incidenteel hoger beroep
primairom:
- haar vervangende toestemming te verlenen om met [de minderjarige] naar [plaats b] , Japan te verhuizen;
- haar vervangende toestemming te verlenen om [de minderjarige] te plaatsen op de basisschool [X] te [plaats b] ;
- een zorgregeling te bepalen waarbij [de minderjarige] twee weken gedurende de kerstvakantie, alsmede vier weken gedurende de zomervakantie bij de man zal verblijven, met daarnaast tussentijds contact in overleg tussen partijen;
- een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [de minderjarige] van € 695,- per maand te bepalen, met ingang van 1 december 2015 bij vooruitbetaling voor de eerste van de maand aan de vrouw te voldoen;
- te bepalen dat de man als bijdrage in de kosten van levensonderhoud aan de vrouw een bedrag van € 8.441,- bruto per maand, althans een bijdrage die het hof juist acht, met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking tot de verhuizing van de vrouw naar Japan dient te voldoen.
De vrouw verzoekt
subsidiairom:
- haar vervangende toestemming te verlenen voor verhuizing met [de minderjarige] naar de gemeente [plaats a] ;
- haar vervangende toestemming te verlenen voor een plaatsing primair op de Japanse basisschool [Y] te [plaats a] (tot maart 2018) en vervolgens op de Japanse school (vanaf maart 2018), althans subsidiair op de [internationale school] te [plaats a] in combinatie met zaterdagse Japanse school, althans meer subsidiair [school Z] te [plaats a] in combinatie met de zaterdagse Japanse school;
- een zorgregeling te bepalen waarbij [de minderjarige] de ene week van vrijdagmiddag tot zondag bij de man zal verblijven en de andere week van woensdagmiddag uit school tot donderdagochtend naar school, alsmede de helft van de schoolvakanties in onderling overleg tussen partijen te verdelen, waarbij de vrouw in ieder geval de mogelijkheid wil hebben om gedurende de zomervakantie vier weken en gedurende de kerstvakantie tien dagen met [de minderjarige] naar Japan te kunnen reizen;
- te bepalen dat de man als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [de minderjarige] met ingang van 1 december 2015 € 695,- bij vooruitbetaling dient te voldoen alsmede de bijdrage van de man in de kosten van de school van [de minderjarige] te bepalen op een percentage van 98% per jaar, althans een percentage dat het hof juist acht, aan de vrouw te voldoen;
- de bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw te bepalen op € 8.441,- bruto per maand, althans een bijdrage te bepalen die het hof juist acht, met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking bij vooruitbetaling aan de vrouw te voldoen.