In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de curatele van [X]. De appellanten, [appellant sub 1] en [appellante sub 2], hebben hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de kantonrechter van 9 mei 2017, waarin [X] onder curatele is gesteld. Het hof heeft vastgesteld dat de appellanten niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt in de zin van artikel 798 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Dit betekent dat zij niet in hun hoger beroep kunnen worden ontvangen, omdat de zaak niet rechtstreeks betrekking heeft op hun rechten of verplichtingen. De appellanten zijn familieleden van de overleden echtgenoot van [X], maar vallen niet binnen de beperkte kring van belanghebbenden die door de wet zijn gedefinieerd. Het hof heeft daarom besloten om de appellanten niet-ontvankelijk te verklaren in hun hoger beroep, zonder inhoudelijke beoordeling van hun verzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.