ECLI:NL:GHAMS:2018:1211

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 april 2018
Publicatiedatum
12 april 2018
Zaaknummer
23/002501-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak openlijke geweldpleging en belediging van een ambtenaar

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor openlijke geweldpleging en belediging van een ambtenaar. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring kwam dan de politierechter. De verdachte werd vrijgesproken van de openlijke geweldpleging, omdat het hof van oordeel was dat dit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Echter, de belediging van de politieambtenaar werd wel bewezen verklaard. De verdachte had op 25 december 2015 in Uithoorn de hoofdagent beledigd tijdens de rechtmatige uitoefening van zijn functie. Het hof oordeelde dat de verdachte strafbaar was voor deze belediging, die kwalificeert als eenvoudige belediging van een ambtenaar in functie. De politierechter had eerder een taakstraf van 100 uren opgelegd, maar het hof bepaalde in hoger beroep dat de verdachte een taakstraf van 20 uren moest uitvoeren, met een voorwaardelijk deel van 10 dagen hechtenis. Het hof hield rekening met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan, evenals met de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vergelijkbare feiten.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002501-17
datum uitspraak: 10 april 2018
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 30 juni 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-261368-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
27 maart 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 25 december 2015 te Uithoorn, in elk geval in Nederland, openlijk, te weten op of aan de openbare weg, de Langs de Baan, in elk geval op of aan een openbare weg, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) welk geweld bestond uit
het een of meermalen – duwen tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of [slachtoffer 1] en/of
- slaan in het gezicht en/of tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of [slachtoffer 1] en/of
- geven van een 'vliegende knie' en/of schop tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of [slachtoffer 1] ;
2.
hij op of omstreeks 25 december 2015 te Uithoorn, in elk geval in Nederland, opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam], hoofdagent van Politie Eenheid Amsterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "Jij bent een vuile flikker! Een flikker ben jij! Ik vind dat jij een flikekr bent.", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.

Vrijspraak

Met de advocaat-generaal en de raadsman is het hof van oordeel dat hetgeen de verdachte onder 1 ten laste is gelegd niet wettig en overtuigend bewezen kan worden, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2.
hij op 25 december 2015 te Uithoorn, opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam], hoofdagent van Politie Eenheid Amsterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "Jij bent een vuile flikker! Een flikker ben jij! Ik vind dat jij een flikker bent."
Hetgeen onder 2 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 2 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 2 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder
1 en 2 bewezen verklaarde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis waarvan 50 uren voorwaardelijk (subsidiair 25 dagen hechtenis) met een proeftijd van twee jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 40 uren, waarvan 20 uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belediging van een politieambtenaar in functie. Hij heeft de politieambtenaar, die op dat moment zijn werk deed, in zijn eer en goede naam aangetast en zijn gezag als ambtsdrager ondermijnd.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 16 maart 2018 is hij eerder ter zake van strafbare feiten, waaronder wegens belediging van een ambtenaar in functie, onherroepelijk veroordeeld. Nu deze strafbare feiten van langer geleden dateren, weegt het hof dat niet in het nadeel van de verdachte mee.
Het hof acht, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen een taakstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 63, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
20 (twintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 10 dagen
hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L. Leenaers, mr. M. Lolkema en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van mr. D. Boessenkool, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
10 april 2018.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[…]