8.1uur heeft iemand via het dak zich de toegang verschaft tot het bedrijf. De dader is het bedrijf binnengekomen door middel van een deur en kennelijk door gebruik te maken van een steen/katapult. De dader is het bedrijf kennelijk binnengekomen door middel van
indrukken/slaan/gooien. De dader heeft alle ruimtes en lades en kasten doorzocht. De dader heeft een geldcassette opengebroken. Uit het bedrijf is 2.500 euro weggenomen. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
2. Een proces-verbaal van verhoor aangever met nummer PL1100-2016017457-3 van 23 januari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (doorgenummerde pagina’s 15-16).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 23 januari 2016 tegenover verbalisant afgelegde
verklaring van [naam 2] :
Ik heb op 23 januari 2016 aangifte gedaan van diefstal. Ik wil nog het volgende verklaren. Het bedrijf was afgesloten middels een sleutel. Er is bij de inbraak een tweetal kluizen weggenomen. Daarbij is ook een kassalade weggenomen. Tevens zijn twee andere kassalades vernield. Tevens zijn er twee flessen Bacardi en twee flesjes Coca Cola weggenomen. Ik had in eerste instantie een bedrag opgegeven van 2.500 euro, maar ik denk eerder dat het rond de 3.000 euro moet zijn. Naast de weggenomen goederen zijn er ook veel vernielingen gepleegd. Ik heb camerabeelden op een USB-stick. Deze geef ik af om bij de aangifte te voegen.
3. Een geschrift, te weten een niet ondertekend proces-verbaal sporenonderzoek met nummer PL1100-2016017457-2 van 24 januari 2016, opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] (doorgenummerde pagina’s 37-38).
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van de voornoemde verbalisant:
Op 23 januari 2016 te 10.00 uur werd door mij als forensisch onderzoeker onderzoek verricht in een horecabedrijf aan de [adres 2] te Alkmaar in verband met een diefstal gepleegd op die datum te [het hof begrijpt: tussen] 07.05 uur en 08.10 uur. Daarbij werd door mij het volgende bevonden. Het bedrijf was voorzien van een camerasysteem dat ten tijde van de inbraak naar behoren functioneerde. Ik zag dat de vaste ruit in de buitendeur van ‘ [naam 1] ’ op de bovenste verdieping vernield was. Ik zag een gat in de ruit, waardoor het mogelijk was middels handreiking de buitendeur te ontsluiten. Via deze buitendeur waren alle vertrekken in het bedrijfspand onbelemmerd te betreden. Achter de bar in de achterste ruimte van het restaurant hadden twee kleine kluizen gestaan volgens de eigenaar van het bedrijf [het hof begrijpt: [naam 2] ]. De tweede kluis is niet teruggevonden.
4. De verklaring van de
getuige [getuige 1]afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 26 maart 2018.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik ken [medeverdachte] ambtshalve al vanaf het moment dat ik in Alkmaar bij de politie ging werken, vanaf februari 2003. Hij stond bekend als lid van een criminele jeugdhanggroep in Alkmaar-Noord waarmee ik ambtshalve veel te maken heb gehad. [verdachte] ken ik ook ambtshalve omdat hij als veelpleger stond gesignaleerd.
U toont mij de cameratoezichtbeelden van de gemeente Alkmaar van de camera op de hoek van de Lindegracht met het Ritsevoort die filmde in de richting van de Koorstraat. U toont mij de beelden van 23 januari 2016 vanaf 06:29:45 uur. Van de drie personen die om 06:29:53 uur de hoek met de Laat om komen en het Ritsevoort oplopen herken ik twee personen meteen aan het gelaat. De voorste is [medeverdachte] en de achterste [verdachte] . Ik ken hun gezichten heel goed, die spreken boekdelen voor mij.
U toont mij de door aangever [naam 2] aangeleverde camerabeelden van camera 2 die filmde in het café-restaurant [naam 1] . U toont mij de beelden van 23 januari 2016 vanaf 07.41.30 uur. Ik zie twee mannen heen en weer lopen in het café-restaurant. Dit zijn [medeverdachte] en [verdachte] . Ik herken [medeverdachte] en [verdachte] aan hun gezicht. De gezichten zijn goed te zien.
Ook zie ik dat de kleding en het signalement van [medeverdachte] en [verdachte] op deze beelden overeenkomt met hoe zij er uit zien op de beelden die u me zojuist liet zien van de toezichtcamera.
5. De verklaring van de
getuige [getuige 2]afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 26 maart 2018.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik ben de broer van de vrouw met wie de vader van [verdachte] is getrouwd. Ik ken [verdachte] van familiaire omgeving. Ik heb drie of vier jaar geleden ook een week met hem in een vakantiehuis verbleven. [medeverdachte] is de halfbroer van [verdachte] .
Ik ken [verdachte] en [medeverdachte] ook ambtshalve, zij stonden allebei gesignaleerd als veelpleger en stonden regelmatig op briefings [het hof begrijpt dat op politiebriefings aan de hand van foto’s de aandacht op hen werd gevestigd].
U toont mij de door aangever [naam 2] aangeleverde camerabeelden van camera 2 die filmde in het café-restaurant [naam 1] . U toont mij de beelden van 23 januari 2016 vanaf 07.41.30 uur. Dit is [verdachte] die met zijn gezicht in beeld is om 07.41.40 uur. Ik herken [verdachte] aan zijn spitse muizenkoppie. Ik herken hem honderd procent zeker.
Dit is [medeverdachte] die zijn capuchon afdoet en met zijn gezicht goed in beeld is om 07.43.30 uur, dat weet ik zeker. Ik ken [medeverdachte] ambtshalve van foto’s en aandachtsvestigingen. Ik herken [medeverdachte] aan zijn kaaklijn.
Ik heb [verdachte] en [medeverdachte] meermalen gezien, in verschillende situaties.
U toont mij de door aangever [naam 2] aangeleverde camerabeelden van camera 5 die filmde in de steeg achter het café-restaurant [naam 1] . U toont mij de beelden van 23 januari 2016 vanaf 07.53.00 uur. De twee personen die ik zie lopen in de richting van de camera zijn [medeverdachte] en [verdachte] . [medeverdachte] loopt voorop en [verdachte] er achteraan. Ik herken [medeverdachte] en [verdachte] aan hun gezicht.
U toont mij de cameratoezichtbeelden van de gemeente Alkmaar van de camera op de hoek van de Lindegracht met het Ritsevoort die filmde in de richting van de Koorstraat. U toont mij de beelden van 23 januari 2016 vanaf 06:29:45 uur. Ik zie om 06:29:53 uur drie personen komen aanlopen vanaf de Laat het Ritsevoort op. De persoon die links heen en weer waggelt is [verdachte] . De persoon in het midden herken ik als [medeverdachte] .