ECLI:NL:GHAMS:2018:1146

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 maart 2018
Publicatiedatum
10 april 2018
Zaaknummer
200.210.659/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 6 maart 2018 een beschikking gegeven inzake de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A]. De verzoekster, vertegenwoordigd door mr. O.J. Praamstra, heeft verzocht om beëindiging van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de verweersters, die bestaan uit meerdere besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als [B] c.s. De Ondernemingskamer had eerder op 18 mei 2017 een onderzoek bevolen naar het beleid van [B] c.s. en had onmiddellijke voorzieningen getroffen, waaronder de schorsing van [A] als bestuurder van [B].

De verzoekster heeft op 27 februari 2018 aan de Ondernemingskamer laten weten dat partijen een minnelijke regeling hebben bereikt en heeft verzocht om het onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen. De Ondernemingskamer heeft vervolgens op 1 maart 2018 bevestiging ontvangen van de verweersters dat zij akkoord zijn met de beëindiging van de procedure en de opheffing van de onmiddellijke voorzieningen.

Gezien het feit dat er geen bezwaren zijn ontvangen tegen de beëindiging van het onderzoek en de opheffing van de getroffen onmiddellijke voorzieningen, heeft de Ondernemingskamer besloten het verzoek van de verzoekster in te willigen. De beschikking verklaart dat het onderzoek en de onmiddellijke voorzieningen met ingang van heden worden beëindigd, en is uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is gegeven door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en drie raadsheren, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.210.659/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 6 maart 2018
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A]
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. O.J. Praamstra, kantoorhoudende te Zoetermeer,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B] .,
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[C],
gevestigd te [....] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[D],
gevestigd te [....] ,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[E],
gevestigd te [....] ,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[F],
gevestigd te [....] ,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mr. E.A.H. ten Bergeen
mr. J.J. Wittekamp, beiden kantoorhoudende te Naaldwijk,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[G],
gevestigd te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. E.A.H. ten Bergeen
mr. J.J. Wittekamp, beiden kantoorhoudende te Naaldwijk.

1.Het verloop van het geding

1.1
Verzoekster en verweersters worden hierna als volgt aangeduid:
- verzoekster met [A] ;
- verweerster sub 1 met [B] ;
- verweersters sub 1 tot en met 5 met [B] c.s.;
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar de beschikkingen van 18 mei, 19 mei en 29 september 2017.
1.3
Bij de beschikking van 18 mei 2017 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [B] c.s. over de periode vanaf 1 juli 2015 en bij wijze van onmiddellijke voorzieningen met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van het geding [A] als bestuurder van [B] . geschorst, bepaald dat zij zolang de schorsing voortduurt geen aanspraak heeft op een
management feeen een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd tot commissaris van [B] . De aanwijzing van de onderzoeker is aangehouden totdat een van partijen zou verzoeken om aanwijzing van de onderzoeker.
1.4
Bij de beschikking van 19 mei 2017 heeft de Ondernemingskamer W.R. Küh aangewezen als commissaris.
1.5
Na een verzoek van mr. Praamstra namens [A] heeft de Ondernemingskamer bij de beschikking van 29 september 2017 mr. C.F. Mijs aangewezen als onderzoeker.
1.6
Bij brief van 27 februari 2018 heeft mr. Praamstra namens [A] de Ondernemingskamer laten weten dat partijen een minnelijke regeling hebben bereikt en heeft hij de Ondernemingskamer verzocht om het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van [B] c.s. en de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen.
1.7
Bij e-mailbericht van 1 maart 2018 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer aan (de advocaten van) [B] c.s. en [G] , met kopie aan Küh en Mijs, voormeld verzoek van mr. Praamstra toegezonden en hen in de gelegenheid gesteld uiterlijk op 5 maart 2018 te 12.00 uur eventuele bezwaren tegen toewijzing van het verzoek kenbaar te maken.
1.8
Op 1 maart 2018 heeft mr. Wittekamp bevestigd dat partijen een minnelijke regeling hebben getroffen en dat [B] c.s. en [G] akkoord zijn met beëindiging van de procedure en opheffing van de onmiddellijke voorzieningen.
1.9
Op 2 maart 2018 heeft Küh aan de Ondernemingskamer medegedeeld dat hij geen bezwaar heeft tegen toewijzing van het verzoek bedoeld onder 1.6.

2.De gronden van de beslissing

Nu partijen een minnelijke regeling hebben getroffen, er geen bezwaren zijn ontvangen tegen beëindiging van het onderzoek en opheffing van de getroffen onmiddellijke voorzieningen en de Ondernemingskamer ook voorts niet is gebleken van enig belang dat zich daartegen verzet, zal de Ondernemingskamer het verzoek inwilligen aldus dat zij het bij de beschikking van 18 mei 2017 bevolen onderzoek en de bij die beschikking getroffen onmiddellijke voorzieningen zal beëindigen, één en ander met ingang van heden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden het bij haar beschikking van 18 mei 2017 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van [B] ., [C] , [D] , [E] , [F] ;
beëindigt met ingang van heden de bij haar beschikking van 18 mei 2017 getroffen
onmiddellijke voorzieningen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, prof. dr. R.A.H. van der Meer RA, drs. P.G. Boumeester, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 6 maart 2018.