Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[X] PROJECTEN B.V.,
[X] CONTRACTONDERHOUD B.V.,
TRIGION BRANDPREVENTIE B.V.,
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.De beoordeling
€ 64.875,--AANNEEMSOM € 800.125,--
Opdrachtnemer garandeert het Werk gedurende deze 10-jaars periode op deugdelijk functioneren volgens normaal gebruik, normale slijtage uitgesloten. Partijen komen overeen het meerjarig onderhoud in een separate overeenkomst nader vast te leggen.
tienjaar dan kunnen we u een prijs per kalenderjaar aanbieden van € 18.570,00 zonder indexering voor tien jaar vast.
in conventiegevorderd, kort gezegd, veroordeling van Zuidpark tot betaling van een bedrag van € 168.480,70 aan [X] Projecten, een bedrag van € 13.904,10 aan BCO en een bedrag van € 28.692,62 aan Trigion (telkens met wettelijke handelsrente), alsmede tot betaling van een bedrag van € 2.875,= aan buitengerechtelijke incassokosten en van de proceskosten, inclusief nakosten. Zij hebben daartoe gesteld, kort gezegd, dat zij werkzaamheden hebben verricht in opdracht van Zuidpark en dat Zuidpark de facturen voor die werkzaamheden gedeeltelijk onbetaald heeft gelaten. Zuidpark heeft tegen deze vordering verweer gevoerd en van haar kant
in reconventiegevorderd, kort gezegd,
a. de gevolgen van de overeenkomst tussen [X] Projecten en Zuidpark aldus te wijzigen dat [X] Projecten wordt veroordeeld om een bedrag van € 22.028,45 aan Zuidpark te betalen,
b. [X] Projecten te veroordelen – op straffe van verbeurte van een dwangsom – om de aan de installatie klevende gebreken te herstellen conform de bevindingen zoals vervat in het rapport [Z] ,
c. Trigion te veroordelen om een bedrag van € 4.911,= als schadevergoeding aan Zuidpark te betalen alsmede primair Trigion te veroordelen de door Zuidpark geconstateerde gebreken aan de sprinklerinstallatie te herstellen en subsidiair Trigion te veroordelen tot betaling van (vervangende) schadevergoeding, en
d. voor recht te verklaren dat [X] Projecten op grond van de basisovereenkomst een onderhouds- en garantieverplichting heeft jegens Zuidpark die is gestart op 19 november 2013 en een periode van tien jaar bestrijkt, met veroordeling van [X] c.s. in de proceskosten. Zij heeft daartoe gesteld, kort gezegd, dat [X] Projecten bij de totstandkoming van de opdracht G&J misbruik van omstandigheden heeft gemaakt door geen projectkorting te verlenen en door extra kosten op te voeren, dat [X] Projecten is tekortgeschoten in de nakoming van de basisovereenkomst omdat de installatie gebreken vertoont, dat Trigion toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de sprinklerovereenkomst, omdat de sprinklerinstallatie gebreken vertoonde, en dat [X] Projecten niet voldoet aan haar verplichtingen tot onderhoud van en het verlenen van garantie op de installatie, zoals in de basisovereenkomst is overeengekomen. [X] c.s. hebben tegen deze vordering verweer gevoerd.
in conventieoverwogen, kort gezegd, dat tussen partijen vast staat dat [X] c.s. de verschillende werkzaamheden waarvoor zij betaling vorderen, hebben uitgevoerd en dat Zuidpark de daarvoor verzonden facturen onbetaald heeft gelaten, maar dat Zuidpark zich ten aanzien van die facturen op opschorting van haar betalingsverplichting beroept, aan welk beroep zij de vorderingen die zij in reconventie heeft ingesteld ten grondslag legt, zodat deze eerst dienen te worden beoordeeld. De rechtbank heeft vervolgens
in reconventieallereerst (ad
a) overwogen, kort gezegd, dat geen sprake is van misbruik van omstandigheden van de kant van [X] Projecten, omdat de opdrachten met betrekking tot de huurdersvoorzieningen, waaronder de opdracht G&J, niet onder de basisovereenkomst vielen, maar meerwerkopdrachten waren, zodat daarop de projectkorting niet van toepassing was, wat Zuidpark ook redelijkerwijs heeft moeten afleiden uit de opdrachtbevestiging waartegen zij niet heeft geprotesteerd, reden waarom [X] Projecten gerechtvaardigd erop heeft mogen vertrouwen dat de overeengekomen projectkorting een eenmalige projectkorting betrof die niet van toepassing was op de huurdersvoorzieningen. Vervolgens (ad
b) heeft de rechtbank overwogen, kort gezegd, dat uit het door Zuidpark overgelegde ‘totaaloverzicht conditiescores’ niet kan worden afgeleid dat, en waarom, sprake is van gebreken in de installatie en dat, omdat Zuidpark op deze punten niet aan de op haar rustende stelplicht heeft voldaan, niet is komen vast te staan dat sprake is van gebreken aan de installatie en (dus) ook niet dat [X] Projecten op dit punt toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de basisovereenkomst. Voorts (ad
c) heeft de rechtbank overwogen, kort gezegd, dat niet is komen vast te staan dat Trigion toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de sprinklerovereenkomst. Ten slotte (ad
d) heeft de rechtbank overwogen, kort gezegd, dat de basisovereenkomst zo moet worden uitgelegd dat de onderhoudswerkzaamheden en de prijs daarvoor niet zijn verdisconteerd in de basisovereenkomst. Op grond hiervan heeft de rechtbank
in conventieZuidpark veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 168.480,70 aan [X] Projecten, een bedrag van € 13.904,10 aan BCO en een bedrag van € 28.692,62 aan Trigion (telkens met wettelijke handelsrente), alsmede tot betaling van de proceskosten, inclusief nakosten en het meer of anders gevorderde afgewezen, en
in reconventiede vorderingen afgewezen en Zuidpark veroordeeld in de proceskosten.
in conventie(met name, naar het hof veronderstelt, in rechtsoverweging 4.1) heeft overwogen, dat zij bezwaar maakt tegen factuur [nummer] van Trigion. Ter adstructie van haar betoog verwijst zij naar een e-mail van Schampers aan Trigion van 1 mei 2012, waarin wordt gesteld dat een deel van de sprinklerinstallatie dient te worden verplaatst in verband met logistieke eisen (productie 5 bij memorie van grieven). Om die reden heeft Zuidpark de met dit onderdeel samenhangende meerwerknota [nummer] van meet af aan bestreden, zo stelt zij, onder (enkel) verwijzing naar verder mailverkeer (productie 6 bij memorie van grieven). Het hof kan Zuidpark niet in dit betoog volgen. Uit het (uit dat verdere mailverkeer blijkende) verzoek van Schampers tot creditering van een meerwerknota als vervat in de e-mail van Schampers aan Trigion van 2 maart 2013 alsmede de reactie daarop van Trigion bij e-mail van 13 maart 2013 kan niet zonder meer worden afgeleid of en, zo ja, in hoeverre deze betrekking hadden op verplaatsing van een deel van de sprinklerinstallatie in verband met logistieke eisen, althans betrekking hadden op factuur [nummer] . In de reactie bij e-mail van 6 mei 2013 op de e-mail van Trigion van 13 maart 2013 verwijst Schampers weliswaar naar de bedoelde e-mail van 1 mei 2012, maar besluit zij met de mededeling dat zij de factuur 32031548 niet zal accepteren, waarbij het dus
nietom de meerwerknota [nummer] gaat. Dit stemt overigens overeen met de stelling van [X] c.s. (zie memorie van antwoord onder 47) dat Zuidpark de juistheid van de factuur (bedoeld is: de meerwerknota [nummer] ) en de daaraan ten grondslag liggende werkzaamheden op onjuiste gronden bestrijdt. Uit een en ander moet worden geconcludeerd dat Zuidpark zonder nadere toelichting, die ontbreekt, haar verweer tegen factuur [nummer] van Trigion derhalve onvoldoende heeft gemotiveerd, zodat dit moet worden gepasseerd.
in reconventieheeft overwogen.
nietzonder meer van toepassing was op de meerwerkopdrachten, maar dat het [X] Projecten, integendeel, vrijstond deze al dan niet te verlenen. De conclusie is dat
grief 1faalt.
grief 2evenmin terecht is voorgesteld.
grief 3moet worden verworpen.