ECLI:NL:GHAMS:2018:1079

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 maart 2018
Publicatiedatum
3 april 2018
Zaaknummer
23-001449-17.a
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Technische vrijspraak in hoger beroep van scooterdiefstal door gebrek aan bewijs

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van scooterdiefstal, gepleegd op 17 september 2015 te Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het hof tot de conclusie kwam dat niet wettig en overtuigend was bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. De advocaat-generaal had een taakstraf van 20 uren geëist, maar het hof oordeelde dat de bewijsvoering onvoldoende was. De verklaringen die in het dossier waren opgenomen, waren in essentie te herleiden tot één enkele bron, namelijk de verklaring van de aangever. Dit leidde tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verdachte werd dan ook vrijgesproken van de ten laste gelegde diefstal. Het hof benadrukte dat, hoewel het niet twijfelde aan het voorval zoals beschreven door de aangever, het bewijs niet voldeed aan de eisen voor een veroordeling.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001449-17
datum uitspraak: 30 maart 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 19 april 2017 in de strafzaak onder parketnummer
15-710150-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1996,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 16 maart 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld. Bij akte is het hoger beroep beperkt tot het onder 2 ten laste gelegde feit.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is – voor zover in hoger beroep aan de orde – ten laste gelegd dat:
2.
hij op of omstreeks 17 september 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een scooter (merk Kymco), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.
Vordering van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 20 uren, subsidiair 10 dagen hechtenis.

Vrijspraak

De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit de verdachte vrij te spreken van het onder 2 ten laste gelegde, op gronden als nader verwoord in zijn pleitnotities.
Met de raadsman en anders dan de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 is ten laste gelegd.
Het hof overweegt daartoe dat de verklaringen uit het dossier, die tot bewijs van het daderschap van de verdachte strekken, in essentie te herleiden zijn tot een en dezelfde bron, namelijk de verklaring van de aangever. Dit geldt tevens voor het proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 september 2015, dat immers geen eigen waarneming van de verbalisanten betreft, maar een weergave van de verklaring van de aangever en de verklaring van diens moeder, wier verklaring niet meer inhoudt dan dat de aangever al langer belaagd en bedreigd werd door Marokkanen uit de buurt.
Ook de verklaringen van de getuige [getuige] bieden onvoldoende steun voor het ten laste gelegde daderschap van de verdachte. De getuige [getuige] heeft immers slechts in algemene termen verklaard over de dader als ‘die gast’ of ‘die andere jongen’, zodat op basis van zijn verklaringen in het midden blijft wie de dader is geweest.
Alhoewel het hof niet twijfelt aan het door de aangever beschreven incident, ontbreekt in het dossier dat thans voorligt, bewijs dat voldoende steun biedt aan de door de aangever afgelegde verklaringen waarin hij de verdachte als dader aanwijst.
Op grond van het vorenstaande dient de verdachte dan ook te worden vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.A. Schimmel, mr. M.L. Leenaers en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van mr. N.R. Achterberg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 30 maart 2018.
[…]