Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor winkeldiefstal en had een gevangenisstraf van 7 dagen opgelegd gekregen, met aftrek van voorarrest. De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van 3 weken, waarvan 2 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Tijdens de zitting in hoger beroep op 16 maart 2018 heeft de verdachte aangegeven dat hij aanvankelijk meewerkte aan hulpverlening, maar zijn geloof in deze hulpverlening verloor toen het ISD-traject werd voorgesteld. Hij heeft echter stappen ondernomen om zijn leven te verbeteren door zich aan te melden bij een instelling voor hulpverlening buiten Amsterdam.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar de opgelegde gevangenisstraf aangepast. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan winkeldiefstal, wat een ernstige inbreuk op het eigendomsrecht van het winkelbedrijf vormt. De verdachte had een strafblad met veelvuldige veroordelingen voor soortgelijke feiten en liep op dat moment in een proeftijd. Het hof oordeelde dat, gezien de ernst van het feit en de recidive, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend was. De omstandigheid dat de verdachte zich had aangemeld voor hulpverlening werd niet als voldoende beschouwd om een andere straf op te leggen. Het hof heeft de gevangenisstraf vastgesteld op 3 weken, met aftrek van voorarrest, en bevestigde het vonnis voor het overige.