beschikking
_____________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer : 200.228.620/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 22 maart 2018
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. J. Anema, kantoorhoudende te Amersfoort,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VDL HUIZEN HOLDING B.V.,
gevestigd te Almere,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te [....] ,
niet verschenen,
2.
[C],
wonende te [....] ,
advocaat:
mr. E.R. Jonker,kantoorhoudende te Amersfoort,
BELANGHEBBENDEN.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Verzoekster, verweerster en belanghebbenden worden hierna respectievelijk aangeduid als [A] , VDL Huizen Holding, [B] en [C] .
1.2 [A] heeft bij op 4 december 2017 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van VDL Huizen Holding over de periode vanaf 1 januari 2016 en dat onderzoek tevens te laten uitstrekken over het door VDL Huizen Holding gevoerde beleid ten aanzien van haar dochtervennootschap [B] . Daarbij heeft zij tevens verzocht - zakelijk weergegeven - bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding:
[C] te schorsen als bestuurder van VDL Huizen Holding, althans te bepalen dat de stem van [A] doorslaggevend is in de besluitvorming van het bestuur;
te bepalen dat het door [A] genoten salaris wordt verdubbeld en het door [C] genoten salaris wordt gehalveerd;
althans zodanige onmiddellijke voorzieningen te treffen als de Ondernemingskamer juist acht;
alsmede om VDL Huizen Holding te veroordelen in de kosten van het geding.
1.3 [C] heeft bij op 24 januari 2018 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht [A] niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoek, dan wel het verzoek af te wijzen en [A] te veroordelen in de kosten van het geding, uitvoerbaar bij voorraad.
1.4 Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 15 februari 2018. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht aan de hand van - aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde - aantekeningen en onder overlegging van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij gezonden nadere producties. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.
2 De feiten
De Ondernemingskamer gaat uit van de volgende feiten:
2.1VDL Huizen Holding is op 27 november 2001 opgericht. [C] en [A] houden elk 50% van de aandelen in het geplaatste kapitaal van VDL Huizen Holding. Zij vormen samen het bestuur van VDL Huizen Holding en zijn als bestuurders ieder zelfstandig bevoegd VDL Huizen Holding te vertegenwoordigen.
2.2VDL Huizen Holding is bestuurder en houdt alle aandelen in het geplaatste kapitaal van [B] . Daarnaast houdt VDL Huizen Holding 50% van de aandelen in het geplaatste kapitaal van UES Glue Systems Netherlands B.V. (hierna: UES). VDL Huizen Holding en [B] vormen een fiscale eenheid. VDL Huizen Holding publiceert een geconsolideerde jaarrekening.
2.3VDL Huizen Holding is een houdstermaatschappij. [B] drijft een onderneming die zich bezig houdt met het leveren van lijmtoepassingen en lijmmachines. Bij [B] zijn zeven werknemers werkzaam. In UES vinden niet of nauwelijks activiteiten plaats.
2.4Ingevolge artikel 16 lid 4 van de statuten van VDL Huizen Holding worden het salaris en de arbeidsvoorwaarden voor iedere bestuurder afzonderlijk vastgesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders. [C] en [A] hebben ieder een arbeidsovereenkomst met VDL Huizen Holding. Het salaris van [C] en [A] bedraagt in verband met de uiteenlopende omvang van hun werkzaamheden voor VDL Huizen Holding op dit moment respectievelijk € 12.300 en € 2.200 bruto per maand.
2.5[C] en [A] zijn gehuwd. Sinds 15 september 2015 wonen zij feitelijk niet meer samen. [A] heeft op 3 januari 2017 bij de rechtbank een echtscheidingsverzoek ingediend. Dit verzoek heeft zij op 8 januari 2018 ingetrokken, waarna [C] heeft aangekondigd een echtscheidingsverzoek te zullen indienen.
2.6VDL Huizen Holding en [B] hebben met ABN AMRO Bank N.V. (hierna: ABN Amro) kredietovereenkomsten gesloten waarvoor [C] en [A] zich in privé borg hebben gesteld. VDL Huizen Holding en [B] hebben vanaf 2008 tot en met 2014 verliezen geleden. Het netto groepsresultaat over 2015 bedroeg € 26.642, over 2016 € 40.817 en, naar mededeling van [C] ter zitting, over 2017 € 80.000. In 2014 bedroeg de in rekening-courant geboekte privéschuld van [C] aan VDL Huizen Holding € 170.333 en van [A] € 840. In 2015 bedroegen deze schulden respectievelijk € 179.847 en € 4.426. In de jaarrekening 2016 staat een gezamenlijke schuld in rekening-courant vermeld van € 191.693. De gezamenlijke rekening-courantschuld bedraagt volgens de voorlopige cijfers per einde 2017 € 225.474.
2.7Vanaf 24 februari 2016 heeft [A] in aan [C] gestuurde e-mails bezwaar gemaakt tegen door [C] bij VDL Huizen Holding en [B] in rekening gebrachte privékosten en andere onttrekkingen aan het vermogen van de vennootschappen, te weten:
- het declareren van een deels voor privédoeleinden gemaakte reis naar Finland;
- het declareren van een kilometervergoeding voor een door VDL Huizen Holding geleasete auto;
- het gebruik van een door VDL Huizen Holding geleasete auto door de vriendin van [C] ;
- het betalen van privéuitgaven van de bankrekening(en) van VDL Huizen Holding en [B] .
2.8Bij brief van 5 juli 2016 met als onderwerp: “
Behandeling van uw krediet door de afdeling Bijzonder Beheer” heeft ABN Amro - voor zover van belang - het volgende geschreven aan VDL Huizen Holding c.s. (ter attentie van [C] ):
“ (…) Om de volgende redenen vindt de bank de situatie zorgelijk:
u heeft in 2013 en 2014 verlies gemaakt met een zwakke eigen vermogenspositie als gevolg;
u komt uw verplichtingen tot aflossing van het krediet niet na en hebt daarmee op dit moment een debetstand van EUR 436.938,42 (bij een toegestane limiet in de rekening-courant faciliteit van EUR 292.500);
de zekerheden die aan de bank zijn verstrekt, dekken uw schuld onvoldoende (…);
te hoge privé onttrekkingen in rekening courant directie en een te hoge management fee;
onduidelijkheid over het toekomstperspectief van uw onderneming.
(…)U hebt ons gevraagd:
de vervallen lening van EUR 168.000,- te herfinancieren
het rekening-courant krediet tijdelijk te verhogen.
(…)Wij zullen de limiet van het rekening courant krediet tijdelijk verhogen naar EUR 493.000,- tot 01-11-2016 om de vervallen lening van EUR 168.000,- op te vangen en om in een tijdelijke liquiditeitsbehoefte van EUR 32.500,- te voorzien. (…) Wij geven u hiermee de tijd om met een plan te komen ter aflossing van het krediet. Dit plan moet tenminste de volgende onderdelen bevatten:
(…);
structurele verlaging van de management fee (volgens u zal hiervoor het woonhuis te Laren verkocht moeten worden);
verlaging van de werkkapitaal financiering naar EUR 125.000,-;
verhoging van de omzet en het resultaat.
(…)De bank zal de rente nu nog niet verhogen. De bank kan op ieder moment besluiten dat toch te doen. (…)”
2.9In een e-mail van 28 november 2016 heeft [A] aan [C] - voor zover van belang - het volgende geschreven:
“(…) Het dringt blijkbaar nog steeds niet tot je door dat we ons, zakelijk gezien, in een zeer penibele situatie bevinden, waar jij maar bitter weinig aan doet. (…) Mijn e-mails met vele vragen beantwoord je inhoudelijk niet. (…) Je weigert mij te informeren. Ik mag niet op de zaak komen. Mijn rol t.o.v. bewindvoering, 50% aandeelhouder kan ik totaal niet invullen door jouw eigenzinnige houding. (…) in mijn ogen pleeg je mismanagement en wanbeleid en zeg ik hierbij al mijn vertrouwen in je op. (…)”
2.1In een e-mail van 9 juni 2017 heeft [A] aan ABN Amro - voor zover van belang - het volgende geschreven:
“(…) Zoals al eerder door mij vermeld (…) maak ik mij ernstig zorgen inzake de continuïteit van VDL [B] B.V. en VDL Huizen Holding B.V. (…)
-
in april en mei is de omzet 33% en 17% gedaald, maand op maand;
-
in beide maanden was het bedrijfsresultaat negatief (…)
-
het bedrijf gaat weer slechter en heeft een negatieve cashflow, de crediteuren worden betaald uit het innen van de debiteuren en uitstellen van betalingen. (…)
Tevens blijft het gegeven dat er maandelijks uitstel gevraagd moet worden voor de OB en LB. Inmiddels is dit dusdanig opgelopen dat momenteel maart 2017 voldaan dient te worden aan de Belastingdienst, maar daar is dus geen geld voor. Voor april 2017 is de uitstel ook aangevraagd.
(…) ik stel het zeer op prijs dat jullie d.m.v. de wijzigingsovereenkomst de huidige kredietovereenkomst willen verlengen (…). Ik kan helaas alleen deze overeenkomst ondertekenen indien er met onmiddellijke ingang een “twee handtekeningen systeem” wordt ingevoerd voor zowel opdrachten/verplichtingen aan derden, alsmede betalingen, ingevoerd bij de KvK en het betalingssysteem bij uw bank. (…)”
2.11In een e-mail van 16 juni 2017 heeft [A] aan [C] - voor zover van belang - het volgende geschreven:
“(…) Dit 2 handtekeningen systeem is voor mij een voorwaarde die niet onderhandelbaar is!Jij hebt het hier zelf naar gemaakt. Je blijft privé maar geld uit de zaak trekken;
-
snoepreisjes naar Finland, Curaçao, München/Wenen
-
laptop voor je vriendin,
-
wekelijks 3x uit eten met je vriendin, bloemen, kado’s
-
privé leasebedrag Porsche € 403,-- p/mnd. Van de Holding afschrijven!
-
Km vergoeding van 0,60 cent etc. etc. terwijl jij bijna nooit klanten bezoekt zoals je zelf altijd rond vertelt. (…)
Zakelijke orders kunnen niet worden uitgeleverd omdat er geen geld is voor inkoop, personeel raakt overspannen, zijn elke maand bang dat ze hun salaris niet krijgen, belastingen worden te laat betaald met dikke boetes, en jij gaat maar door. (…)Jij weigert aandeelhoudersvergaderingen bijeen te roepen en mij wordt de toegang tot de zaak geweigerd. (…) Ik ben nog steeds bestuurder, verantwoordelijk en borggever. Jij hebt dingen met mij te overleggen. (…)”
2.12Op 19 juni 2017 hebben [C] en [A] , in overleg met ABN Amro, een overeenkomst ondertekend waarbij is afgesproken dat met ingang van diezelfde dag “
geen enkele betaling meer (wordt) ingevoerd, aan de afdeling Bijzonder Beheer van ABNAmro zonder accoord bevinding, d.m.v. een handtekening van beide aandeelhouders (…)”.
2.13Nadien is op 20 juni 2017 en 30 oktober 2017 tussen [C] en [A] opnieuw gecorrespondeerd over de hoogte van door [C] ingediende declaraties voor kilometervergoedingen alsmede bij VDL Huizen Holding en [B] in rekening gebracht privékosten voor schilderwerk aan de privéwoning, belastingaanslagen en advocaatkosten.
2.14Op een historisch overzicht van crediteuren van [B] van 10 november 2017 staat dat [B] op 21 september 2017, 6 oktober 2017, 13 oktober 2017 en 8 november 2017 betalingen heeft verricht op facturen van de firma Kletti, waarbij respectievelijk drie keer € 2.000 en één keer € 900 méér is voldaan dan het op de desbetreffende factuur vermelde bedrag. Het verschil is door Kletti aan [C] in privé uitbetaald.
2.15[C] heeft twee bonnen van restaurant d’Oude Tak bij VDL Huizen Holding of [B] gedeclareerd waarvan de restauranthouder in een verklaring van 20 november 2017 schrijft dat deze niet door hem zijn uitgeschreven en bovendien betrekking hebben op een door hem niet verhuurde zaal en een niet bestaand tafelnummer.
2.16Op 18 december 2017 heeft [C] een betaalopdracht getekend voor een betaling aan Kletti van € 1.114 ter zake van een factuur voor een bedrag van € 411 en daarbij aan [A] geschreven:
“Svp ook Kletti betalen en niet zo moeilijk doen een x..”.
2.17In een e-mail van 21 december 2017 heeft [D] van ABN Amro aan [C] en [A] - voor zover van belang - het volgende geschreven:
“(…) Ik heb het verzoek ingediend om nog éénmaal voor 3 maanden de Rekening-Courant faciliteit op het huidige niveau (EUR 433k) te continueren. Hierbij stellen wij wel een aantal voorwaarden:
De rekening-courant directie mag in 2018 niet verder oplopen;
U moet uw management-fee / salaris aanpassen aan de rentabiliteit van uw onderneming;
De bank zal de huidige rekening-courant faciliteit na 31 maart 2018 niet ongewijzigd voortzetten. Vanaf dat moment zult u een passende reductieregeling met ons overeen moeten komen.
Graag zien wij na 31-o3 een meer duurzame voortzetting en afbouw van de financiering. (…) Het lijkt ons raadzaam eind februari een afspraak te plannen. (…)”
2.18In een e-mail van 10 januari 2018 heeft [A] aan [C] - voor zover van belang - het volgende geschreven:
“(…) 3041 km rij jij niet per maand dat weten we allemaal!!! Deze km. vergoedingen zijn gewoon een “verkapt” inkomen. (…) Ik kan en wil dit niet meer accorderen. (…)”