ECLI:NL:GHAMS:2018:1063

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 maart 2018
Publicatiedatum
30 maart 2018
Zaaknummer
200.174.577/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget in enquêterechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een verzoek tot verhoging van het bedrag dat het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Jobpen Holding B.V. mag kosten. De verzoeksters, Jalte Holding B.V. en Overal B.V., hebben in het verleden al meerdere beschikkingen ontvangen met betrekking tot dit onderzoek. In eerdere beschikkingen is het budget voor het onderzoek vastgesteld op € 30.000 en later verhoogd naar € 50.000. De onderzoeker heeft echter op 23 februari 2018 een verzoek ingediend om het budget verder te verhogen naar € 72.400, exclusief btw, omdat het eerdere budget niet toereikend bleek te zijn.

De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek. Zowel Jalte c.s. als Jobpen hebben geen bezwaar gemaakt tegen de verhoging van het budget, terwijl CHC zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer. De Ondernemingskamer heeft de verzoeken van de onderzoeker als voldoende onderbouwd beschouwd en heeft besloten het budget voor het onderzoek te verhogen tot € 72.400. Tevens is bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Jobpen Holding B.V. en is de vergoeding voor de onderzoeker vastgesteld op hetzelfde bedrag.

De beschikking is gegeven door een collegiaal orgaan, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 26 maart 2018. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ook al kan er eventueel nog beroep worden ingesteld.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.174.577/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 26 maart 2018
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JALTE HOLDING B.V.,
gevestigd te Utrecht,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OVERAL B.V.,
gevestigd te Maastricht,
VERZOEKSTERS,
advocaat:
mr. M.L. Dingemans, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JOBPEN HOLDING B.V.,
gevestigd te Maastricht,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. Ph.W. Schreurs, kantoorhoudende te Eindhoven,
e n t e g e n
1. de rechtspersoon naar het recht van België,
C.H.C. BELGIË B.V.B.A.,
gevestigd te Lanaken,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. D.E.A.F. Aertssenen
mr. N.P.F.E. van der Peet,beiden kantoorhoudende te Maastricht,
e n t e g e n

2 [A] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
in persoon verschenen.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zullen verzoeksters tezamen worden aangeduid als Jalte c.s., verweerster als Jobpen en belanghebbende sub 1 als CHC.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 22, 24 en 26 februari 2016, 10 november 2016 en 28 februari 2018.
1.3
Bij de beschikking van 22 februari 2016 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Jobpen over de periode vanaf 1 januari 2013, een door de Ondernemingskamer nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 30.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen, en bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Jobpen. Bij de beschikking van 26 februari 2016 is mr. W.G. van Hassel te Numansdorp (hierna: de onderzoeker) aangewezen als onderzoeker zoals bedoeld in voormelde beschikking.
1.4
Bij de beschikking van 10 november 2016 is het bedrag dat het in 1.3 bedoelde onderzoek ten hoogste mag kosten verhoogd tot € 50.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen, en bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Jobpen.
1.5
De onderzoeker heeft op 23 februari 2018 een verzoek gedaan tot verhoging van het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten, met aankondiging dat nog een urenspecificatie aan de Ondernemingskamer zal worden gezonden. De Ondernemingskamer heeft partijen hiervan op de hoogte gesteld en aangekondigd dat zij de gelegenheid zullen krijgen daarop te reageren.
1.6
Bij de beschikking van 28 februari 2018 is bepaald dat het verslag met bijlagen van het in 1.3 bedoelde onderzoek ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.
1.7
De Ondernemingskamer heeft van de onderzoeker een brief van 12 maart 2018 met specificatie van de in deze zaak in verband met het onderzoek gemaakte kosten ontvangen. Hij verzoekt daarbij de kosten van het onderzoek vast te stellen op € 72.400 exclusief btw.
1.8
De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de verzoeken van de onderzoeker. Daarop zijn de volgende reacties ontvangen door de Ondernemingskamer:
  • brief van 19 maart 2018 van mr. Dingemans voormeld namens Jalte c.s.;
  • e-mailbericht van 19 maart 2018 van mr. Van der Peet voormeld namens CHC;
  • e-mailbericht van 20 maart 2018 van mr. Schreurs voormeld namens Jobpen.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De onderzoeker heeft aan zijn verzoek de kosten van het onderzoek vast te stellen op € 72.400 exclusief btw een urenspecificatie ten grondslag gelegd en daarbij uiteengezet dat het bij de beschikking van 10 november 2016 bepaalde budget niet toereikend is.
2.2
Blijkens de in 1.8 genoemde brief en e-mailberichten hebben Jalte c.s. geen bezwaar tegen de verzoeken van de onderzoeker, refereren Jalte c.s. en CHC zich te dier zake aan het oordeel van de Ondernemingskamer en stemt Jobpen in met de verzoeken van de onderzoeker.
2.3
De onderzoeker heeft, zo overweegt de Ondernemingskamer, zijn verzoeken tot het verhogen van het onderzoeksbudget en tot het bepalen van de vergoeding van de kosten die hij in verband met het onderzoek heeft gemaakt, voldoende toegelicht. De verzoeken komen de Ondernemingskamer niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal deze dan ook toewijzen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verhoogt het bedrag dat het bij de beschikking van 22 februari 2016 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Jobpen Holding B.V. ten hoogste mag kosten tot € 72.400, de daarover verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Jobpen Holding B.V.;
bepaalt de vergoeding van de onderzoeker op € 72.400, de daarover verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, voorzitter, mr. J. den Boer en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en prof. drs. E. Eeftink RA en drs. J.S.T. Tiemstra RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2018.