ECLI:NL:GHAMS:2018:104
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van diefstal van sigaretten
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van diefstal van sigaretten van het merk Marlboro, die op 20 oktober 2015 zouden zijn weggenomen uit een winkel van Dirk van den Broek in Amsterdam. De tenlastelegging stelde dat de verdachte met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening de sigaretten had gestolen. Tijdens de zittingen op 15 november 2016 en 3 januari 2018 heeft het hof het bewijs en de argumenten van zowel de advocaat-generaal als de raadsman van de verdachte gehoord.
Het hof heeft vastgesteld dat er weliswaar voldoende wettig bewijs aanwezig was, maar dat de vereiste mate van overtuiging om de verdachte te veroordelen niet was bereikt. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte niet met zekerheid kon worden aangewezen als de persoon die de sigaretten had gestolen. Daarom heeft het hof besloten om de verdachte vrij te spreken van de tenlastegelegde feiten.
Het vonnis van de politierechter werd vernietigd, en het hof verklaarde dat niet bewezen was dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de betrokken rechters en griffier aanwezig. De zaak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van het hof in het waarborgen van een eerlijke rechtsgang.