ECLI:NL:GHAMS:2018:1033
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- G.M.M. de Boer
- A.N. van de Beek
- T.A.M. Tijhuis
- T.M. Subelack
- Rechtspraak.nl
Benoeming van een bijzondere curator in een zorg- en omgangsregeling voor minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 maart 2018 een tussenuitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de zorg- en omgangsregeling voor de minderjarigen [kind A] en [kind B]. De vader en de moeder zijn verwikkeld in een geschil over de hoofdverblijfplaats van de kinderen en de verdeling van zorg- en opvoedingstaken. Het hof heeft eerder op 1 november 2016 een tussenbeschikking gegeven, waarin de behandeling van de zaak was aangehouden in afwachting van deelname van partijen aan het traject 'Kinderen uit de Knel'. De ouders zijn sindsdien in contact geweest met hulpverleners, maar de communicatie tussen hen blijft problematisch. De GI heeft geadviseerd om de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder te bepalen, terwijl de Raad voor de Kinderbescherming heeft aangegeven dat de huidige situatie schadelijk is voor de kinderen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 14 maart 2018 is gebleken dat de kinderen nog steeds psychologische bijstand nodig hebben en dat de huidige omgangsregeling onvoldoende rust biedt. Het hof heeft vastgesteld dat er een voortdurende strijd tussen de ouders is, wat leidt tot spanningen voor de kinderen. De wens van [kind A] om bij zijn vader te wonen is in overweging genomen, maar het hof oordeelt dat er meer onderzoek nodig is naar de zorgregeling. Daarom heeft het hof besloten om een bijzondere curator te benoemen die de kinderen zal vertegenwoordigen en onderzoek zal doen naar hun wensen en belangen. De ouders zijn verplicht om hun medewerking te verlenen aan dit onderzoek. De verdere beslissing is aangehouden in afwachting van het verslag van de bijzondere curator, dat uiterlijk op 27 mei 2018 moet worden ingediend.