3.1. (i) [appellant] dreef tot eind 2009 in de vorm van een eenmanszaak een
schoonmaakbedrijf in Amsterdam. [appellant] heeft zijn eenmanszaak eind 2009 ingebracht in [X holding B.V.] (hierna: [X holding B.V.]). Vervolgens zijn de activa en passiva van [X holding B.V.] ingebracht in [XX B.V.] (hierna [XX B.V.]).
(ii) [persoon 1], een voormalig werknemer van [appellant], exploiteerde (onder meer) een
schoonmaakbedrijf in (de omgeving van) Haarlem. [persoon 1] is bestuurder van [X beheer B.V.] (hierna: [X beheer B.V.]).
(iii) [X B.V.]. (hierna: [X B.V.]) is op 30 december 2009 opgericht
door [XX B.V.]. In de oprichtingsakte is vermeld dat [XX B.V.] de door haar genomen aandelen in [X B.V.] zal volstorten door inbreng van de schoonmaakactiviteiten van [XX B.V.] met alle noodzakelijke activa en passiva, zoals vermeld op de inbrengbalans.
(iv) Op 8 februari 2010 hebben [X beheer B.V.], [persoon 1], [X holding B.V.], [appellant]
, [XX B.V.] en [Stichting administratiekantoor XX] (hierna: de STAK) i .o. een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Deze samenwerkingsovereenkomst luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“Nemen in overweging:
a.
a) Partijen houden zich onder meer bezig met het verrichten van schoonmaak, catering. bouw en andere facilitaire diensten;
b) Partijen hebben met elkaar overleg gepleegd omtrent — kort samengevat — de inbreng door [persoon 1] van haar klantenbestand met het bijbehorende personeelsbestand in [XX B.V.] waarbij [persoon 1] tegelijktijd voor 50% mede-eigenaar wordt van [XX B.V.];
c) De door partijen in dat kader te nemen/genomen en reeds geaccordeerde stappen met inbegrip van de vennootschapsstructuren van partijen zijn vastgelegd in (...) het Stappenplan (...)
d) Partijen willen de in dat kader gemaakte afspraken schriftelijk vastleggen;
e) Partijen hebben alle voor het aangaan van deze Overeenkomst vereiste goedkeuringen en
toestemmingen (zowel interne als externe) verkregen;
En komen als volgt overeen:(...)
Inbreng klantenbestand en personeel en Certificaten van Aandelen
6. [persoon 1] brengt haar klantenbestand met het bijbehorende personeelsbestand ter waarde van Euro 800.000,- in in [XX B.V.] en verkrijgt tegen uitreiking van nieuwe aandelen een belang van 50% in [XX B.V.]. [persoon 1] en [appellant] verkrijgen ieder op de datum van Closing (na uitreiking van nieuwe aandelen door [XX B.V.]) ieder 50% van de certificaten van de aandelen in de Stichting.
(...)
Rolverdeling en bevoegdheden
11. [persoon 1] en [appellant] zullen gezamenlijk de dagelijkse leiding voeren waarbij voor [appellant] de inkoop een specifiek aandachtsgebied zal zijn. In de uiterlijk bij de Closing te ondertekenen certificaathoudersovereenkomst is onder meer vastgelegd welke besluiten slechts unaniem zullen kunnen worden genomen door [appellant] en [persoon 1] gezamenlijk.
(…)
Vestigingsplaats en -naam en pand van [appellant]
13. De onderneming zal op een nog nader door partijen te bepalen termijn maar mede vanwege kostenaspecten zo spoedig mogelijk worden gevoerd vanuit het bedrijfspand van [persoon 1] aan de Tingietersweg 34 te Haarlem alwaar de staf en de administratie van de onderneming thans reeds gevestigd zijn.
[appellant] spant zich in om het pand aan de Keienbergweg 44 te Amsterdam zo spoedig mogelijk geheel of gedeeltelijk te verhuren dan wel te verkopen. Zolang dat niet het geval is, zal de bestaande huurovereenkomst tussen de onderneming en [appellant] gehonoreerd blijven worden. Partijen zullen in dat verband regelmatig overleg plegen. Partijen zijn niet bevoegd om de bedrijfspanden te verkopen of anderszins te vervreemden of te belasten zonder instemming van de andere partij.
(...)”
( v) Na het sluiten van de samenwerkingsovereenkomst is de volgende structuur
ontstaan: [X beheer B.V.] en [X holding B.V.] houden ieder 50% van de certificaten in STAK. STAK houdt op haar beurt 100% van de aandelen in [XX B.V.]. [XX B.V.] houdt op haar beurt 100% van de aandelen in [X B.V.]. [appellant] en [persoon 1] waren (indirect, via [X beheer B.V.] en [X holding B.V.]) bestuurder van STAK. STAK was bestuurder van [XX B.V.], die op haar beurt het bestuur voerde van [X B.V.].
(vi) Op 10 maart 2010 heeft [appellant] (in privé en als bestuurder van [appellant]
Holding) schriftelijk aan [naam 1] een volmacht gegeven om, zoals in de volmacht is opgenomen, namens [X holding B.V.] “het bestuur te voeren, gezamenlijk met [X beheer B.V.] over de vennootschap [XX B.V.] BV.”.
(vii) Op 20 april 2010 heeft [appellant] (in privé en als bestuurder van [appellant]
Holding) schriftelijk aan [naam 1] (hierna: [naam 1]) een volmacht gegeven om, zoals in de volmacht is opgenomen, namens [X holding B.V.] “het bestuur te voeren over [XX B.V.] in samenwerking met de medebestuurder [persoon 1], optredend namens [persoon 1] Beheer BV.”.
(viii) Het verslag van een op 17 juni 2010 gehouden bijzondere vergadering van
aandeelhouders van [XX B.V.] luidt, voor zover hier van belang:
“
[accountant] ([accountant], accountant van [appellant], hof) geeft aan dat hij vooraf met [appellant] ([appellant], hof) heeft besproken dat deze zijn bemoeienissen met de vennootschap en het al dan niet deels leidinggeven aan c.q. aansturen van de vennootschap per direct zal staken. Voorgesteld wordt dat [appellant] per heden uitsluitend optreedt als aandeelhouder / certificaathouder van de vennootschap. [appellant] zal geen enkele bestuursdaad meer verrichten dan wel enig andere activiteit ontplooien jegens de vennootschap en de organisatie anders dan die welke passend zijn bij die van een aandeelhouder /certificaathouder op afstand. (...)”
(ix) Bij brief van 22 juni 2010 heeft [appellant] aan J. Maarschalk van Horlings
Accountants geschreven, voor zover hier van belang:
“Ik ontving de door u opgestelde notulen van bovenstaande vergadering. Zoals (...) al (...)
aangegeven ga ik niet akkoord met de inhoud van deze notulen, aangezien die niet weergeven
hetgeen besproken is.
In deze notulen is verwoord dat ik per direct al mijn bevoegdheden als bestuurder zou opgeven, zo is dat niet besproken en daar ga ik dus ook niet mee akkoord. Ik heb aangegeven mij vooralsnog niet met de dagelijkse leiding te bemoeien en hiervoor heb ik [naam 1] gemachtigd om dit voorlopig van mij over te nemen, echter daarbij blijf ik wel al mijn bevoegdheden behouden als bestuurder.
(...)”
( x) Op 9 juli 2010 heeft IFN Finance B.V. op verzoek aan [X B.V.] en [persoon 1]
Catering B.V. een offerte uitgebracht voor werkkapitaalfinanciering. Een van de
voorwaarden in de offerte was een borgstelling door ([persoon 1] en) [appellant].
(xi) In december 2010 hebben [persoon 1] en [appellant] een overeenkomst gesloten ter
ontvlechting van de samenwerking. [appellant] zou in dit verband de indirect door hem
gehouden aandelen in [XX B.V.] aan [persoon 1] overdragen. Deze overeenkomst is niet uitgevoerd. [persoon 1] en [appellant] hebben daarover een kort geding gevoerd.
(xii) Bij email van 30 maart 2011 heeft [appellant] aan [naam 1] bericht dat de op 20 april 2010 aan hem versterkte volmacht met onmiddellijke ingang werd ingetrokken en hem verzocht de werkzaamheden voor [XX B.V.] te stoppen.
(xiii) Op 31 mei 2011 is tussen [XX B.V.] Haarlem B.V. (hierna: DFH), een
indirect door [persoon 1] bestuurde vennootschap, en [X B.V.] een “Overeenkomst van Dienstverlening” (hierna: de dienstverleningsovereenkomst) gesloten waarmee zij in januari 2011 gemaakte afspraken schriftelijk vastlegden. Op grond van deze overeenkomst zou DFH diensten verlenen aan [XX B.V.]. De vergoeding voor deze diensten zou 10 procent van de gerealiseerde omzet bedragen.
(xiv) [X B.V.] is op 28 juli 2011, onder intrekking van de op 18 juli 2011
verleende voorlopige surséance van betaling, in staat van faillissement verklaard, met
benoeming van de curator als zodanig.
(xv) Bij brief van 1 juni 2012 heeft [appellant] aan [naam 1] geschreven, voor zover hier van belang:
“Middels uw brief van 30 november 2010 gaf u aan uw werkzaamheden voor de vennootschap per 15 januari 2011 te zullen beëindigen. Aangezien mij in maart 2011 bleek dat u nog steeds aanwezig was ten kantore van de vennootschap heb ik middels mijn aangetekende brief van 30 maart 2011 u bericht dat de destijds door mij aan u verstrekte volmacht ingetrokken was en dat op uw aanwezigheid ten kantore van de vennootschap door mij geen prijs meer gesteld werd. (...)”
(xvi) Bij e-mail van 2 januari 2013 heeft de toenmalige raadsman van [persoon 1] aan de
curator geschreven, voor zover hier van belang:
“Zoals (...) afgesproken heeft cliënt het hele verloop vanaf 1 januari 2011 tot aan datum faillissement aan de hand van de bankafschriften doorgenomen en in kaart gebracht. Het resultaat is bijgevoegd Excelbestand, waarin tot op de euro is verantwoord wat er met de in die periode op de rekening van [XX B.V.] Haarlem B.V. is gebeurd. (...)
Per saldo blijkt dat [XX B.V.] Haarlem BV. meer betalingen aan [X B.V.] en aan crediteuren van [X B.V.] heeft verricht dan het totaal van de bedragen die van debiteuren van [X B.V.] zijn ontvangen. (...) In het overzicht is ook vastgelegd welke bedragen zijn binnengekomen van debiteuren van [persoon 1] Catering B.V. en welke bedragen daarvan zijn aangewend voor het verrichten van betalingen voor [X B.V.]. Per saldo blijkt dat [XX B.V.] Haarlem B.V. meer betalingen aan [X B.V.] en aan crediteuren van [X B.V.]
heeft verricht dan het totaal van de bedragen die van debiteuren van [X B.V.] zijn ontvangen.”
In het bijgevoegde excelbestand is in het overzicht met betrekking tot de ING-rekening met nummer 65.29.10.548 onder aan de kolom met als kopje “ontvangen Debiteuren Deinumschoon” een totaalbedrag van € 4.360.916,22 vermeld. Onder aan de kolom met als kopje “Betaling Crediteuren Deinumschoon” is een totaalbedrag van € 2.165.335,10 opgenomen. In de kolom met als kopje “Lening Deinumschoon Betaald DFH” is als totaal opgenomen € 150.000,00.
(xvii) Bij brief van 8 april 2013 heeft de curator [persoon 1] en [appellant] aansprakelijk
gesteld voor het boedeltekort.
(xviii) De curator heeft op 25 april 2013, op grond van een door de voorzieningenrechter van deze rechtbank verleend voorlopig verlof, ten laste van [appellant] conservatoir beslag gelegd op zes onroerende zaken. Het definitieve verlof is verleend bij beschikking van 16 juli 2013.
(xix) Een op 4 juli 2013 door de belastingdienst Haarlem opgesteld rapport inzake een ingesteld boekenonderzoek bij [XX B.V.] luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“Het doel van het boekenonderzoek naar de aangiften omzetbelasting is om de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting vast te stellen voor zover het de juistheid betreft van de in aftrek gebrachte omzetbelasting over de periode 01 januari 2010 tot en met 31 december 2012;
Dit controlerapport geeft de uitkomsten weer van het uitgevoerde onderzoek en vermeldt de
standpunten van de Belastingdienst. De opgenomen informatie heeft slechts tot doel de heffing en inning van belastingen te ondersteunen. Het rapport is slechts met dit oogmerk geschreven en niet bedoeld voor andere doeleinden. (...) De administratie is verloren gegaan tijdens de brand (...)
Het onderzoek geeft geen aanleiding tot correcties. (...)”