Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
“Handtekening koper”, door [geïntimeerde sub 2] in het vakje
“Handtekening partner”en door [X] in het vakje
“Handtekening adviseur”.
“Annulering(…)
“Op 19 juni 2012 heeft u met ons bedrijf een koopovereenkomst gesloten voor de levering en plaatsing van producten onder voorbehoud van financiering voor het bedrag van € 12.840,--.Nu willen wij graag weten wat de status is, is de financiering al rond en kunnen wij al een afspraak maken om in te komen meten zodat wij de order in productie kunnen nemen en kunnen komen plaatsen. (…).”
“Wij gaan de financiering niet rond krijgen. Wij kunnen ons nu geen lening kunnen permiteren. En volgens de financieel adviseur zouden wij ook beter af zijn met een grotere lening. We hebben alles met elkaar af gewogen en willen, in deze tijd van crissis, niet krom liggen. En willen dus van de afspraak afzien.Er is ons in het gesprek van 19 juni 2012 verteld dat wij nergens aan vast zitten. En ga er dus ook vanuit dat u zo voldoende bent geïnformeerd en de zo gehete koopovereenkomst vernietigd word”.
3.Beoordeling
Voorts betoogt Design Bouw dat de kantonrechter ten onrechte aan de vernietiging van art. 9 lid 2 AV de gevolgtrekking heeft verbonden dat daardoor de grondslag aan de vordering tot schadevergoeding is komen te ontvallen. De vernietiging van artikel 9 lid 2 AV heeft immers niet de vernietiging van de overeenkomst tot gevolg. Daarop aansluitend heeft Design Bouw, subsidiair, te weten voor het geval het hof artikel 9 lid 2 AV onredelijk bezwarend acht, de ontbinding van de overeenkomst ingeroepen en aan haar vordering tot betaling van € 3.852,00 met de wettelijke rente vanaf 19 augustus 2012, ten grondslag gelegd dat [geïntimeerden] dat bedrag aan schadevergoeding verschuldigd zijn omdat zij toerekenbaar zijn tekortgeschoten in hun verplichtingen jegens Design Bouw.
4.Beslissing
10 april 2018voor een akte aan de zijde van [geïntimeerden] waarbij zij kunnen laten weten of zij voornoemd bewijs wensen te leveren door het doen horen van getuigen en zo ja met een opgave van de door hen voor te brengen getuige(n), alsmede de verhinderdata van beide partijen, hun advocaten en de voor te brengen getuige(n) in de maanden april, mei en juni 2018, met verzoek een datum voor enquête te bepalen;