Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde sub 1] ,
[geïntimeerde sub 2],
[geïntimeerde sub 3],
[geïntimeerde sub 4],
[geïntimeerde sub 5],
[geïntimeerde sub 6],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Minimaal kwaliteitsniveau.
(opmerking hof: bedoeld is: lid 4, abusievelijk is verkeerd doorgenummerd)De corporatie stelt ten behoeve van de Vereniging van Eigenaren een onderhoudsplan op waarin voor een periode van 15 jaar het meerjarige onderhoud en de daarmee gemoeide kosten voor de Vereniging van Eigenaren zijn aangegeven.
(lid 5, hof)Woningen die in het kader van dit convenant worden verkocht, zonder dat een splitsingsvergunning vereist is, zullen voldoen aan de in lid 2 van dit artikel gestelde kwaliteitseisen.
(lid 6, hof)Corporaties stellen aan de hand van een door B en W vast te stellen model een rapportage op waaruit blijkt dat de woningen welke zullen worden gesplitst voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen, dan wel op basis van een investeringsplan daaraan zullen voldoen.(…)’
Bijzondere bepalingen:
6. De erfpachter heeft verklaard dat de appartementsrechten, recht gevende op de woningen in het bij deze akte gesplitste complex, die in het kader van het “Convenant splitsing en verkoop sociale huurwoningen 2002-2007” verkocht zullen worden, op het moment van verkoop of op het moment dat de erfpachter de meerderheid van de appartementsrechten in de bij deze akte gerealiseerde splitsing verliest, aan de kwaliteitseisen zoals vastgesteld door Burgemeester en Wethouders bij besluit van negenentwintig oktober tweeduizend twee, nummer 2002/12133 ROIB en/of de eventuele besluiten die ter vervanging en/of aanvulling daarvan worden vastgesteld voldoen.’
Kozijnen, ramen en deuren (…)
4 Conclusie
3.Beoordeling
eerste griefvan Rochdale richt zich tegen het oordeel van de rechtbank in het tussenvonnis dat Rochdale geen beroep meer kan doen op de vervaltermijn als bedoeld in artikel 7:23 BW. De rechtbank heeft daaromtrent overwogen dat [geïntimeerden] wel een beroep kunnen doen op de gestelde non-conformiteit, omdat niet in geschil is dat [geïntimeerden] pas op de VvE vergadering van 21 februari 2013 voor het eerst van de mogelijke non-conformiteit op de hoogte zijn gekomen, aangezien zij toen met het benodigde groot onderhoud werden geconfronteerd. Vervolgens heeft [geïntimeerde sub 5] bij brief van 11 maart 2013 aan Rochdale laten weten dat dit onderhoud, gelet op de bepalingen in het Convenant en de splitsingsakte, grotendeels voor rekening van Rochdale zou moeten komen. Daarmee hebben [geïntimeerden] tijdig geklaagd, aldus de rechtbank. Ook als ervan zou moeten worden uitgegaan dat de brief van mr. Van Lith van 8 augustus 2013 de eerste klacht over non-conformiteit is, kan Rochdale volgens de rechtbank niet aan [geïntimeerden] tegenwerpen dat zij op grond van artikel 7:23 BW geen beroep meer op non-conformiteit kunnen doen, nu gesteld noch gebleken is dat Rochdale door het langere tijdsverloop (in bewijstechnisch opzicht) nadeel heeft ondervonden. Volgens Rochdale is dit oordeel in strijd met de beschermingsgedachte achter artikel 7:23 BW tegen te late en daardoor moeilijk te betwisten klachten en moet als uitgangsdatum gekeken worden naar de respectieve leverdata van de appartementen. Vanaf die data mocht van de desbetreffende koper verwacht worden dat hij bij levering of zo spoedig mogelijk daarna nog niet goedgekeurde zaken op de aanwezigheid van eventuele gebreken onderzocht en, wanneer hij tekortkomingen constateerde, de verkoper daarvan binnen bekwame tijd op de hoogte stelde. Volgens Rochdale hadden [geïntimeerden] de gestelde gebreken op of omstreeks de leveringsdatum van de respectieve appartementen ontdekt, dan wel kunnen ontdekken. De rechtbank heeft ook de van de koper te verlangen onderzoeksplicht (die kan worden afgeleid uit de Parlementaire Geschiedenis bij artikel 5:122 BW) miskend ten aanzien van de status van de VvE en het reservefonds. Volgens Rochdale is er wel sprake van nadeel omdat nu niet meer kan worden vastgesteld of de gestelde gebreken het gevolg zijn van het niet voldoen aan de eisen van het Convenant of dat de gebreken het gevolg zijn van weersinvloeden in de periode tussen de leveringsdata en het uiteindelijk klagen.
grief IIIdat de schoorstenen gebrekkig waren. Van de diverse rapporten die met betrekking tot het gebouw zijn opgesteld, dateert alleen het rapport van DHV Bouw uit 2006 van op of omstreeks de splitsingsdatum, zo stelt zij. In dat rapport is geconcludeerd dat het gebouw ten tijde van de splitsing voldeed aan het minimale kwaliteitsniveau. Omdat geen maatregelen zijn aanbevolen met betrekking tot herstelwerk aan de schoorstenen, mag volgens Rochdale daaruit de conclusie worden getrokken dat dit toen niet nodig was. Uit het IPR rapport wordt daarbij duidelijk dat schoorstenen veel te lijden hebben van weersinvloeden en Rochdale betwist dan ook dat sprake was van een zodanig verouderingsproces dat het niet meer omkeerbaar was bij de levering. Voor gebreken daarna ontstaan is Rochdale niet aansprakelijk. [geïntimeerden] dragen van het bestaan daarvan verder de bewijslast. Aldus Rochdale.
grief Adat, in tegenstelling tot het oordeel van de rechtbank, de lift ten tijde van de splitsing gebrekkig en dus non-conform was en dat Rochdale gehouden is de kosten van de uiteindelijk in 2013 uitgevoerde liftrevisie voor haar rekening te nemen. Volgens [geïntimeerden] bedragen de kosten voor een volledige revisie volgens het MJOP 2013 € 36.851,- en is de lift in 2008 ten onrechte niet opgenomen in het Convenant, mede omdat uit het meerjarenprogramma Onderhoud van 15 mei 2006 volgt dat Rochdale ermee bekend was dat de lift revisie behoefde. Dat de lift al in 2008 gebreken vertoonde, volgt ook uit de verklaring van [Y] , lifttechnisch adviseur bij Union Liftadvies B.V. en de notulen van de VvE van 21 februari 2013. De lift is onderdeel van het trappenhuis, behoort tot de elektrische installaties van het gebouw en is onderdeel van de op een minimaal kwaliteitsniveau te brengen gemeenschappelijke delen. Ten tijde van de splitsing behoorde deze te voldoen aan het rechtens verkregen niveau, dat wil zeggen het niveau ten tijde van het plaatsen van de lift. Daarom dient Rochdale de kosten van revisie voor haar rekening te nemen. Aldus [geïntimeerden]
grief Bstellen [geïntimeerden] dat in 2013 door de VvE aan All-in Installatietechniek de opdracht is gegeven om alle aansluitingen naar het riool toe en de gebroken (kleinere) afvoeren vanaf het balkon te herstellen. Ten onrechte zijn de kosten van de hemelwaterafvoeren in april en juli 2013 in de beoordeling van de rechtbank buiten beschouwing gebleven. Ook die kosten hadden door Rochdale betaald moeten worden, mede gezien de kwaliteitseis dat dakbedekking, goten en ramen goed dienden te functioneren. Die afvoeren zijn ten tijde van de splitsing wel opgenomen in het door Rochdale opgestelde investeringsplan, waarin is opgemerkt dat de verbindingen los waren en dat de hemelafvoeren door Rochdale hersteld moesten worden. Deze waren dus in 2008 gebrekkig. Herstel moest geschieden binnen vijf jaar na splitsing. Aldus [geïntimeerden]