ECLI:NL:GHAMS:2017:940

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 maart 2017
Publicatiedatum
22 maart 2017
Zaaknummer
23-004872-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en andere bewezenverklaring in hoger beroep inzake diefstal en wapenbezit

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 30 november 2015. De verdachte, geboren in 1984, was in eerste aanleg veroordeeld voor diefstal en opzetheling. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en een andere bewezenverklaring vastgesteld. De verdachte werd vrijgesproken van opzetheling, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de goederen die hij had verworven, van misdrijf afkomstig waren. Het hof oordeelde echter dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal in vereniging door middel van braak, het voorhanden hebben van pepperspray en het aanwezig hebben van cocaïne. De feiten vonden plaats in de periode van 14 tot 15 april 2013 in Breukelen en op 13 mei 2013 in Amsterdam. De verdachte had samen met anderen ingebroken in een woning en diverse goederen weggenomen, waaronder mobiele telefoons en sieraden. Het hof legde een gevangenisstraf van drie maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. De verdachte had misbruik gemaakt van de situatie tijdens een bruiloft om in te breken in de woning van de moeder van de bruid, wat leidde tot een aanzienlijke inbreuk op haar gevoel van veiligheid. Het hof gelastte ook de bewaring van in beslag genomen horloges ten behoeve van de rechthebbende.

Uitspraak

parketnummer: 23-004872-15
datum uitspraak: 22 maart 2017
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 30 november 2015 in de strafzaak onder parketnummer 13-731028-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1984,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 8 maart 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1:
hij op of omstreeks de periode van 14 april 2013 tot en met 15 april 2013 te Breukelen (gemeente Stichtse Vecht), althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in een woning (gelegen aan de [adres 2] te Breukelen) heeft weggenomen: - een mobiele telefoon, merk Samsung, kleur wit en/of - een mobiele telefoon, merk Blackberry Torch en/of - een Apple iPad en/of - een Sony fotocamera en/of - een spaarpot en/of - een paar leren handschoenen van het merk Guess en/of - een paar (sport)schoenen van het merk Guess en/of - een (schouder)tas van het merk Guess en/of - sieraden van het merk Guess, te weten een ketting en/of (een) oorbel(len) en/of een armband en/of een of meer horloge(s) en/of - een fles bevattende een geldbedrag van 40 euro en/of - een ring van het merk Swarovski en/of - een goud(kleurige) armband, althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich daarbij de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) de tuinpoort en/of het draairaam en/of de slaapkamerdeur geforceerd en/of laden opengebroken;
2:
hij op of omstreeks 13 mei 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een IPad2 (registratienummer [nummer]) en/of een Guess horloge (voorzien van doos en reparatiebon, itemnummer 4524255) heeft verworven, en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door diefstal in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3:
hij op of omstreeks 13 mei 2013 te Amsterdam voorhanden heeft gehad pepperspray (merk Walther, type Pro Secur high performance pepperspray), zijnde een voorwerp dat bestemd is voor het treffen van personen met (een) verstikkende, weerloosmakende en/of traanverwekkende stof(fen), in elk geval een wapen in de zin van de Wet Wapens en Munitie van Categorie II, genoemd onder 6;
4:
hij op of omstreeks 13 mei 2013 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 2,40 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaine, in elk geval een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.

Vrijspraak ten aanzien van feit 2

De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd – kort gezegd – dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde opzet- dan wel schuldheling op de grond dat niet kan worden vastgesteld op welk moment, op welke wijze en onder welke omstandigheden de verdachte de in de tenlastelegging opgenomen iPad 2 en Guess horloge heeft verworven of voorhanden heeft gekregen dan wel op welk moment, op welke wijze en onder welke omstandigheden deze goederen in de woning op het adres [adres 1] te Amsterdam zijn terecht gekomen. Daardoor kan niet worden vastgesteld dat de verdachte op het moment van verwerven of voorhanden krijgen van de goederen wist, dan wel redelijkerwijze moest vermoeden, dat de goederen van enig misdrijf afkomstig waren.
Met de raadsman is het hof van oordeel dat de tenlastegelegde opzetheling dan wel schuldheling niet bewezen kan worden verklaard, nu niet kan worden vastgesteld dat de verdachte op het moment van het voorhanden krijgen van de iPad en het Guess horloge wist, dan wel redelijkerwijs moest vermoeden dat deze goederen van enig misdrijf afkomstig waren. Het dossier biedt daarvoor geen aanknopingspunten. De verdachte zal van dit feit worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
hij in de periode van 14 april 2013 tot en met 15 april 2013 te Breukelen, gemeente Stichtse Vecht, tezamen en in vereniging met een anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [adres 2], heeft weggenomen:
- een telefoon, merk Samsung, kleur wit en
- een telefoon, merk Blackberry Torch en
- een Apple iPad en
- een Sony fotocamera en
- een spaarpot en
- een paar leren handschoenen van het merk Guess en
- een paar sportschoenen van het merk Guess en
- een schoudertas van het merk Guess en
- sieraden van het merk Guess, te weten een ketting en oorbellen en een armband en horloges en
- een fles bevattende een geldbedrag van 40 euro en
- een ring van het merk Swarovski en
- een goudkleurige armband,
toebehorende aan [slachtoffer], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak, immers hebben verdachte en zijn mededaders de tuinpoort en een raam en een slaapkamerdeur geforceerd en laden opengebroken;
3:
hij op 13 mei 2013 te Amsterdam voorhanden heeft gehad pepperspray, merk Walther, type Pro Secur high performance pepperspray, zijnde een wapen in de zin van de Wet wapens en munitie van Categorie II, genoemd onder 6;
4:
hij op 13 mei 2013 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad 2,40 gram van een materiaal bevattende cocaïne.
Hetgeen onder 1, 3 en 4 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1, 3 en 4 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 aanhef en onder C, van de Opiumwet gegeven verbod.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1, 3 en 4 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte is als gast naar een bruiloft gegaan, vanwaar hij samen met anderen – tijdens het bruiloftsfeest – is vertrokken om in te breken in de woning van de moeder van de bruid. Verdachte heeft daarmee misbruik gemaakt van de wetenschap dat deze vrouw vanwege de bruiloft van haar dochter niet thuis was. Daarbij heeft hij het vertrouwen van de aangeefster geschaad en inbreuk gemaakt op haar gevoel van veiligheid. Verdachte heeft bovendien geen enkel respect getoond voor het huis- en eigendomsrecht van de aangeefster door een aanzienlijke hoeveelheid goederen van grote financiële en mogelijk ook emotionele waarde weg te nemen ten behoeve van zijn eigen geldelijk gewin.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van de feiten, de omstandigheid waaronder deze zijn begaan en met de persoon van de verdachte.
Het hof heeft acht geslagen op het uittreksel uit de justitiële documentatie van 22 februari 2017 en heeft voorts gelet op de straf die in soortgelijke gevallen worden opgelegd en die zijn weerslag heeft gevonden in de Oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Mede in dit licht is oplegging van een vrijheidsstraf reeds voor het onder 1 bewezen verklaarde feit alleszins gerechtvaardigd.
Daarnaast heeft verdachte een busje pepperspray en een hoeveelheid cocaïne voorhanden gehad. Het hof ziet gelet op de ernst van met name het onder 1 bewezenverklaarde geen aanleiding om een taakstraf en/of een voorwaardelijke straf op te leggen, zoals door de raadsman naar voren gebracht.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.
Beslag
Niet is kunnen worden vastgesteld aan wie de onder de verdachte inbeslaggenomen horloges van het merk Guess, nummers 4524255, 4524373 en 4524238 toebehoren. Het hof zal daarom gelasten dat die horloges zullen worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet .
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 3 en 4 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • horloge, zilver, GUESS, 4524255
  • horloge, goud, GUESS, 4524373
  • horloge, zilver, GUESS, 4524238.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. van Amsterdam, mr. M.C. Oostendorp en mr. S.M.M. Bordenga, in tegenwoordigheid van S.E.F. Rahimbaks, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 maart 2017.
Mr. M.C. Oostendorp is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.