ECLI:NL:GHAMS:2017:860
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bepaling van kinderalimentatie na echtscheiding met onduidelijkheid over inkomen en lasten
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een hoger beroep inzake kinderalimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft in augustus 2016 hoger beroep aangetekend tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 3 augustus 2016, waarin de vrouw, verweerster in hoger beroep, een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind is toegewezen. De vrouw verzocht om een bijdrage van € 700,- per maand, terwijl de man betwistte dat hij over voldoende draagkracht beschikte om enige bijdrage te voldoen. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 januari 2017 zijn beide partijen niet verschenen, maar hun advocaten waren wel aanwezig. De man ontving een uitkering op basis van de Participatiewet, terwijl de vrouw in Marokko woonde en geen inkomsten had. Het hof heeft de feiten vastgesteld op basis van de eerdere beschikking van de rechtbank en heeft de bevoegdheid van de rechtbank bevestigd op basis van de Europese Alimentatieverordening. Het hof oordeelde dat de man een minimale bijdrage van € 25,- per maand moest betalen, gezien zijn financiële situatie en de behoefte van het kind. De bestreden beschikking van de rechtbank werd vernietigd en de man werd verplicht om de bijdrage met terugwerkende kracht te betalen, met de mogelijkheid van terugbetaling door de vrouw indien hij meer had betaald dan het vastgestelde bedrag.