ECLI:NL:GHAMS:2017:85
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- C.M. Aarts
- S.F. Schütz
- D. Kingma
- Rechtspraak.nl
Toekenning van transitievergoeding na overeenstemming over ontbinding arbeidsovereenkomst
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een hoger beroep van VVE BEHEER AMSTERDAM BV (hierna: VBA) tegen een beschikking van de kantonrechter in Amsterdam. VBA heeft op 25 juli 2016 een verzoekschrift ingediend, waarin zij vier grieven aanvoert en bewijs aanbiedt om de beschikking van de kantonrechter, gegeven op 28 april 2016, te vernietigen. De kantonrechter had eerder beslist over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met [X], waarbij VBA een transitievergoeding aan [X] moest betalen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 november 2016 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. VBA verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van een verstoorde arbeidsverhouding, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 onder g BW. [X] erkende ter zitting dat de situatie inderdaad zodanig was dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer van VBA kon worden gevergd.
Het hof heeft de feiten uit de beschikking van de kantonrechter overgenomen, aangezien daarover geen geschil bestond. Het hof oordeelde dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was en heeft de beschikking van de kantonrechter vernietigd. De arbeidsovereenkomst tussen partijen eindigt op 1 juli 2017, met toekenning van een transitievergoeding van € 7.550,- aan [X]. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is op 10 januari 2017 openbaar uitgesproken.