ECLI:NL:GHAMS:2017:829
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep kort geding
- C.C. Meijer
- C.M. Aarts
- H.M.M. Steenberghe
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanbestedingsprocedure voor levering van zelfafnamesets voor bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Aprovix AB tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam. Aprovix had zich ingeschreven voor een Europese openbare aanbestedingsprocedure georganiseerd door FSB voor de levering van zelfafnamesets ten behoeve van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. De aanbesteding werd op 20 mei 2015 aangekondigd, waarbij de inschrijving van Aprovix als tweede eindigde en FSB voornemens was de opdracht aan Rovers Medical Devices B.V. te gunnen. Aprovix heeft in eerste aanleg vorderingen ingesteld om de gunning aan Rovers te voorkomen, maar deze zijn afgewezen.
In hoger beroep heeft Aprovix vier grieven ingediend en vordert zij dat de gunningsbeslissing van FSB wordt ingetrokken, Rovers wordt uitgesloten van de aanbestedingsprocedure, en dat haar inschrijving opnieuw wordt beoordeeld. FSB en Rovers hebben echter aangevoerd dat de aanbestedingsprocedure inmiddels is afgerond en dat er een overeenkomst is gesloten tussen FSB en Rovers. Het hof oordeelt dat de aanbestedingsprocedure is geëindigd met de sluiting van de overeenkomst, waardoor de vorderingen van Aprovix niet toewijsbaar zijn.
Het hof komt tot de conclusie dat Aprovix geen vorderingen heeft ingesteld die de reeds gesloten overeenkomst kunnen aantasten of opschorten. De grieven van Aprovix falen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. Aprovix wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die aan de zijde van FSB en Rovers zijn begroot op respectievelijk € 711 en € 894 voor salaris, te vermeerderen met wettelijke rente.