Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellante sub 1] , h.o.d.n. [tattooshop] ,
[appellant sub 2],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
Duur, verlenging en opzegging
Kosten in geval van tussentijdse beëindiging huurovereenkomst
(…)
grief Vdoen [appellanten] een beroep op “de redelijkheid en billijkheid”. Zij hebben dit beroep, dat er kennelijk toe strekt dat [geïntimeerde] hen niet aan de verlenging van de huurovereenkomst mag houden, naar het oordeel van het hof niet met (voldoende) feiten en omstandigheden onderbouwd. Het aanhalen van een uitspraak van de (toenmalige) rechtbank Zwolle-Lelystad van 20 december 2011, waarin een dergelijk beroep werd gehonoreerd, wat daarvan verder zij, is daartoe onvoldoende. Grief V faalt dus eveneens.
grief IIIis gericht tegen de proceskostenveroordeling van [appellanten] en strekt ten betoge dat die kosten voor rekening van [geïntimeerde] dienen te blijven, omdat partijen voorafgaand aan de procedure in onderhandeling waren om tot een oplossing te komen. Over deze onderhandelingen hebben [appellanten] tegenover de gemotiveerde betwisting hiervan door [geïntimeerde] naar het oordeel van het hof onvoldoende gesteld. Van dergelijke onderhandelingen blijkt ook niets uit de stukken, van rauwelijks dagvaarden door [geïntimeerde] - zoals [appellanten] in de toelichting bij de grief stellen - evenmin. Integendeel: in zijn e-mail van 27 oktober 2014 meldt de advocaat van [appellanten] in reactie op de brief van de advocaat van [geïntimeerde] van 30 september 2014, waarbij [appellanten] is verzocht het op dat moment verschuldigde bedrag binnen vijf dagen te voldoen, nog uitdrukkelijk dat zijn cliënten hun eerder ingenomen standpunten handhaven en dat zij ervan uitgaan dat [geïntimeerde] zal afzien van verdere maatregelen richting hen (respectievelijk productie 8 en 7 bij inleidende dagvaarding).