3.2.Kort weergegeven gaat het in deze zaak om het volgende.
3.2.1.Het kantoor van de gerechtsdeurwaarder heeft op 7 februari 2014 ten laste van [X] beslag gelegd onder de uitkeringsinstantie met toepassing van een beslagvrije voet.
3.2.2.Op 26 maart 2015 heeft klaagster per e-mail onder toezending van bewijsstukken het kantoor van de gerechtsdeurwaarder verzocht om aanpassing van de beslagvrije voet met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015.
3.2.3.Op 8 april 2015 heeft klaagster haar verzoek per e-mail herhaald.
3.2.4.Bij e-mail van 28 april 2015 heeft klaagster bij het kantoor van de gerechtsdeurwaarder een klacht ingediend over het niet reageren op haar verzoek tot aanpassing van de beslagvrije voet.
3.2.5.Op 18 mei 2015 heeft klaagster het kantoor van de gerechtsdeurwaarder verzocht om op haar klacht van 28 april 2015 te reageren.
3.2.6.Bij e-mail van 18 mei 2015 heeft het kantoor van de gerechtsdeurwaarder klaagster meegedeeld dat de beslagvrije voet is aangepast en dat de afdracht over de maand april 2015 is geretourneerd.
3.2.7.Op 18 mei 2015 heeft klaagster het kantoor van de gerechtsdeurwaarder nogmaals per e-mail verzocht de beslagvrije voet met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015 aan te passen.
3.2.8.Bij brieven van 18 mei 2015 heeft het kantoor van de gerechtsdeurwaarder [X] en de uitkeringsinstantie bericht dat een nieuwe beslagvrije voet was vastgesteld.
3.2.9.Op 10 juni 2015 heeft klaagster het kantoor van de gerechtsdeurwaarder nogmaals verzocht om op haar e-mail van 18 mei 2015 met het verzoek de beslagvrije voet met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015 toe te passen te reageren.
3.2.10.Bij brief van 11 juni 2015 heeft het kantoor van de gerechtsdeurwaarder klaagster meegedeeld dat niet aan haar verzoek om gelden met terugwerkende kracht terug te boeken kon worden voldaan. Slechts gelden die het kantoor nog onder zich heeft kunnen worden geretourneerd, hetgeen niet het geval was.
3.2.11.Op 16 maart 2015 is door het kantoor van de gerechtsdeurwaarder beslag gelegd op het salaris van [Y] met toepassing van een beslagvrije voet. De eerste inhouding heeft plaatsgevonden in april 2015.
3.2.12.Op 7 april 2015 heeft klaagster per e-mail onder toezending van bewijsstukken het kantoor van de gerechtsdeurwaarder verzocht de beslagvrije voet opnieuw te berekenen.
3.2.13.Bij e-mail van 28 april 2015 heeft klaagster bij het kantoor van de gerechtsdeurwaarder een klacht ingediend over het niet reageren op haar verzoek tot aanpassing van de beslagvrije voet.
3.2.14.Op 28 april 2015 heeft het kantoor van de gerechtsdeurwaarder klaagster om aanvullende stukken verzocht.
3.2.15.Klaagster heeft de gevraagde stukken op 28 april 2015 per e-mail toegezonden en verzocht om de beslagvrije voet onverwijld en met terugwerkende kracht aan te passen.
3.2.16.Op 18 mei 2015 heeft klaagster het kantoor van de gerechtsdeurwaarder verzocht om op haar klacht van 28 april 2015 te reageren.
3.2.17.Bij e-mail van 19 mei 2015 heeft het kantoor van de gerechtsdeurwaarder klaagster meegedeeld dat de beslagvrije voet is aangepast.
3.2.18.Bij brieven van 19 mei 2015 heeft het kantoor van de gerechtsdeurwaarder [Y] en diens werkgever bericht dat de beslagvrije voet is aangepast.
3.2.19.Op 20 mei 2015 heeft klaagster het kantoor van de gerechtsdeurwaarder per e-mail verzocht om de beslagvrije voet met terugwerkende kracht aan te passen.
3.2.20.Op 10 juni 2015 heeft klaagster het kantoor van de gerechtsdeurwaarder nogmaals verzocht op haar e-mail van 20 mei 2015 met het verzoek de beslagvrije voet met terugwerkende kracht aan te passen te reageren.
3.2.21.Op 18 juni 2015 heeft het kantoor van de gerechtsdeurwaarder klaagster per e-mail bericht dat een bedrag van € 1.072,04 zal worden overgemaakt naar de beheerrekening van klaagster, bestaande uit het teveel ingehoudene over de maanden april en mei 2015.