Uitspraak
1.HUNTINGTON PARK HOLDING B.V.
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
1.Inkomsten
3.Beoordeling
tot een door de Principaal nader te bepalen tijdstip, doch uiterlijk tot een tijdstip gelegen drie maanden voordat de bouwwerkzaamheden zullen aanvangen.” Volgens De Principaal betekent dit laatste dat [X] tot uiterlijk drie maanden voorafgaand aan de bouw recht heeft op die “opbrengsten” (in eerdergenoemd arrest uitgelegd als: de door Huntington aan De Principaal verschuldigde huur), maar dat zij dat moment eenzijdig nader (waarmee zij bedoelt: eerder) kan bepalen. Volgens [X] betekent dit dat hij aanspraak heeft op de opbrengsten tot uiterlijk drie maanden voorafgaand aan de bouwwerkzaamheden, waarvan De Principaal de aanvangsdatum zou bepalen.
doch uiterlijk tot een tijdstip gelegen drie maanden voordat de bouwwerkzaamheden zullen aanvangen” in de uitleg van De Principaal overbodig is. In die uitleg mag De Principaal immers op elk door haar gewenst moment het recht van [X] op de “opbrengsten” beëindigen. Die uitleg volgend valt niet in te zien waarom dat onderdeel toch is toegevoegd, waarbij voor ogen moet worden gehouden dat de vaststellingsovereenkomst welbeschouwd bestaat uit één materiële bepaling van één zin; dan duidt dat niet op een “slip of the pen” of een ondoordachte formulering maar op een passage waaraan betekenis toekomt. Dat geldt temeer nu de passage reeds voorkwam in de koopovereenkomst maar de daarin overeengekomen termijn van twee maanden in de vaststellingsovereenkomst is gewijzigd in drie maanden, hetgeen - naar [X] onweersproken heeft aangevoerd - gebeurde op verzoek van De Principaal. Dat veronderstelt dat De Principaal concreet belang had bij verruiming van die termijn, hetgeen niet te verenigen is met de uitleg die zij in dit geding voorstaat.