Uitspraak
1.[geïntimeerde sub 1] ,
2. [geïntimeerde sub 2] ,
3. SAINT KYROLES B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
de horecabedrijven gelegen aan het [adres] wensen te kopen van (…) [X] , waarbij (…) [appellant] (…) zijn medewerking zal verlenen om de bestaande huurovereenkomst(en) over te dragen aan kopers, dan wel mede te werken aan het door kopers verkrijgen van nieuwe op naam van kopers gestelde huurovereenkomst(en) van voren genoemde horecaruimten, op de voorwaarde dat alle schulden die [X] voornoemd heeft aan [appellant] zal hebben voldaan uit de door kopers te betalen koopsom, welke kopers op de derdengeldrekening van mr. Klokkers zullen overmaken op het moment dat zij de (restant) koopsom dienen te betalen.
3.Beoordeling
welke kopers op de derdengeldrekening van mr. Klokkers zullen overmaken op het moment dat zij de (restant) koopsom dienen te betalen.[cursivering hof]. Onder B van de considerans staat vermeld dat kopers nu reeds een deel van de overeengekomen koopprijs op genoemde derdengeldrekening als waarborg zullen storten. Artikel 1 van de overeenkomst bepaalt, ten slotte, dat de kopers als waarborgsom € 25.000,00 op de derdengeldrekening zullen storten, welke som, aldus artikel 2, moet worden verrekend “met de door kopers aan [X] (…) te betalen koopprijs.” Met betrekking tot die verrekening vervolgt artikel 2 met de bepaling dat die verrekening plaatsvindt met “de koopprijs
en hetgeen [appellant] nog toekomt uit hoofde van de schulden die [X] voornoemd aan [appellant] heeft”[cursivering hof].