ECLI:NL:GHAMS:2017:649
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verbetering van arrest inzake huurtermijnen en boetebedragen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om een verzoek tot verbetering van een eerder uitgesproken arrest van 17 januari 2017. De appellante, Rozentuin B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. B.M.E. Drykoningen, verzocht om herstel van een kennelijke fout in het arrest, specifiek in rechtsoverweging 3.19, waar volgens hen een rekenfout was gemaakt met betrekking tot de toegewezen boetetermijnen. Rozentuin stelde dat er dertig boetetermijnen toegewezen hadden moeten worden in plaats van de zes die in het arrest waren vermeld.
Het hof heeft het verzoek tot verbetering beoordeeld en vastgesteld dat de passage in kwestie niet een rekenfout betrof, maar een kennelijke verschrijving. De vordering van Rozentuin was niet voldoende geconcretiseerd, en het hof had de vordering zo opgevat dat voor elke maand dat de huurtermijn niet was betaald, een bedrag van € 300,= werd gevorderd, wat leidde tot de toewijzing van zes maanden. Het hof heeft de verbetering van de datum in de derde regel van rechtsoverweging 3.19 goedgekeurd, waarbij '1 juni 2016' werd gecorrigeerd naar '1 juni 2014'. Het verzoek tot verbetering van een kennelijke rekenfout werd afgewezen.
De beslissing werd openbaar uitgesproken op 28 februari 2017 door de meervoudige burgerlijke kamer van het hof, bestaande uit de rechters C.C. Meijer, C. Uriot en L.R. van Harinxma thoe Slooten.