Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
) uit aan partij sub 2. (hof: de vrouw
), zulks ter voldoening aan een dringende verplichting van moraal en fatsoen, een bedrag in contanten ter grootte van de helft van de waarde van de bij de partij sub 1. in eigendom zijnde woning, verminderd met de thans (terzake van de aankoop) op de woning rustende hypothecaire schuld(en) alsmede eventuele toekomstige hypothecaire schulden, mits deze laatste met schriftelijke toestemming van de niet-eigenaar zijn aangegaan, en mits de schulden zijn aangegaan ten behoeve van de aanschaf, verbetering of onderhoud van de woning.”
(...) Daarnaast bent u met mijn cliënte in het samenlevingscontract van 9 januari 2004, opgemaakt ten overstaan van notaris Bos te Egmond, in artikel 8 overeengekomen dat u in geval van beëindiging van de overeenkomst aan mijn cliënte uit zult keren ter voldoening aan een dringende verplichting van moraal en fatsoen een bedrag in contanten ter grootte van de helft van de waarde van de woning verminderd met de op de woning rustende hypothecaire schuld. Dit betreft een bedrag van € 4.475,-.”
Ten onrechte heeft de rechtbank de vorderingen van de man met betrekking tot de door hem betaalde boete in verband met vervroegde aflossing afgewezen. De vrouw profiteert mede van de vervroegde aflossing en is gehouden een bedrag ad € 2.168,50 aan de man te betalen”. De man legt daartoe over de jaaropgave van Reaal van 30 april 2015 over het jaar 2015 waarop een bedrag aan overige kosten is vermeld van € 4.336,99 waarbij met de hand is geschreven “kosten oversluiten hypotheek”, alsmede een brief van Reaal van 12 maart 2015 aan de man die een boeteberekening bevat, maar waaruit het bedrag van € 4.336,99 niet direct valt af te leiden.