In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van schuldheling van een snorfiets, die hij op 5 augustus 2016 in Hoofddorp had verworven. De tenlastelegging stelde dat de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de snorfiets van misdrijf afkomstig was. Tijdens de zitting in hoger beroep op 4 december 2017 heeft de verdachte ontkend dat hij op de hoogte was van de gestolen status van de snorfiets. Hij verklaarde dat hij de snorfiets met een sleutel had geleend en dacht dat deze 'eerlijk' was, omdat het contactslot normaal functioneerde. Het hof heeft de bewijsvoering kritisch bekeken en vastgesteld dat er onvoldoende feiten of omstandigheden waren die erop wezen dat de verdachte wist of had moeten vermoeden dat de snorfiets gestolen was. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde schuldheling. De beslissing van het hof is genomen door een meervoudige strafkamer, waarbij de rechters C.N. Dalebout, G. Oldekamp en G.M. Boekhoudt aanwezig waren, met mr. S.M. Schouten als griffier.