3.5Delta Lloyd brengt daartegen, voor zover thans relevant, het volgende in.
a. Wopereis kan niet onder de CAR-verzekering claimen, omdat er geen sprake van is dat Brokking, na de instortingsschade van 18 december 2009 en voorafgaand aan de stormschade van 11 juli 2010, aan Wopereis een opdracht tot het bouwen van de silo’s 6 en 7 heeft verstrekt. Een opdracht vereist onder meer specificaties en prijsstellingen en die ontbreken, terwijl er bovendien omtrent de diameter van de silo’s 6 en 7 geen duidelijkheid heeft bestaan. Van een nieuw werk is geen sprake, het betrof opruimwerk na en als gevolg van de eerdere calamiteit. Dat opruimen is zelf geen verzekerd werk.
b. Voor zover mocht komen vast te staan dat Brokking wel een opdracht tot het bouwen van de silo’s 6 en 7 heeft verstrekt, kan Wopereis evenmin onder de CAR-verzekering claimen omdat ingevolge die verzekering vereist is dat er met het werk
- conform het bepaalde in de polisvoorwaarden ten aanzien van wat ‘verzekerde werken’ zijn (artikel 2 lid 1 algemene voorwaarden) - een begin is gemaakt en van een ‘begin’ van werk in casu geen sprake is. De kosten voor het afsnijden en separeren van de silodelen 2a en 4a kunnen niet beschouwd worden als kosten in het kader van het nieuwbouwproject voor twee nieuwe, kleinere silo’s die op een andere plek gebouwd moeten gaan worden (paragraaf 89 memorie van antwoord in principaal appel, memorie van grieven in incidenteel appel). Deze kosten houden verband met werkzaamheden in het kader van de opruiming die naar aanleiding van de calamiteit van 18 december 2009 moesten plaatsvinden en betreffen geen werkzaamheden in het kader van de constructie van de silo’s 6 en 7.
c. Voor zover mocht komen vast te staan dat wel degelijk een begin is gemaakt met de constructie van de silo’s 6 en 7, dan nog biedt de CAR-verzekering geen dekking. Ten aanzien van de door de stormschade waardeloos geworden silodelen 2a en 4a niet, omdat deze bouwcomponenten vooraf aan de verzekeraar hadden moeten worden gemeld en ten aanzien van de aanvangswerkzaamheden met betrekking tot de silo’s 6 en 7 niet, omdat Wopereis deze werkzaamheden bij Brokking heeft gedeclareerd en betaald heeft gekregen.
d. En voor zover het voorgaande evenmin opgaat, dan geldt dat Wopereis nooit de silodelen 2a en 4a geleverd heeft gekregen, zodat de eigendom van deze silodelen geacht moet worden bij Brokking te zijn gebleven. Wopereis heeft derhalve geen zelfstandig verhaalsrecht op Delta Lloyd.
e. Er is geen sprake van schade die voor vergoeding in aanmerking komt, omdat Wopereis voor haar werkzaamheden de afgesproken vergoeding van Brokking heeft gekregen en zij, wat de silodelen 2a en 4a betreft, daarvan geen eigenaar was. Daarbij komt dat Brokking, als zij van Delta Lloyd nog enig bedrag ontvangt, verrijkt wordt, gelet op de betalingen die zij al ontvangen heeft, hetgeen strijd met het indemniteitsbeginsel oplevert.
Brokking heeft evenmin schade geleden. De silodelen 2a en 4a waren voor haar na de calamiteit van 18 december 2009 waardeloos geworden en voor zover er toch nog enige waarde aan de silodelen 2a en 4a mocht worden toegekend, heeft Brokking de desbetreffende schade (zowel wat de silodelen 2a en 4a aangaat als wat betreft de aan Wopereis vergoede werkzaamheden) onder haar eigen verzekering(en) geclaimd.
3.6.1Wopereis dient te stellen en bij betwisting te bewijzen dat zich een onder de CAR-polis verzekerd evenement heeft voorgedaan, waardoor een verzekerde (zie hierna) schade heeft geleden. Dat stormschade aan een door Wopereis uitgevoerd werk een verzekerd evenement oplevert, staat tussen partijen vast. Voor het overige is beslissend het antwoord op de vraag of Brokking aan Wopereis een opdracht tot het bouwen van de silo’s 6 en 7 heeft verstrekt. Indien komt vast te staan dat zulks het geval is, is er sprake van een nieuw werk dat gedekt is onder rubriek I en waarvan op basis van de vaststaande feiten voorshands moet worden geconcludeerd dat Wopereis daarmee reeds een begin had gemaakt ten tijde van de storm. In dat verband is dan nodig dat die opdracht, zoals Wopereis stelt, is verstrekt voordat de werkzaamheden aan de silo’s 2a en 4a werden verricht. Het separeren van de betonbak, verplaatsen en verstevigen van silo’s 2a en 4a kan dan in redelijkheid niet als opslag en evenmin als reparatie worden gezien. Met name het op het terrein van Brokking elders plaatsen en verstevigen wijst op het gebruiksklaar neerzetten in het kader van het begin van het werk. Alsdan valt de claim van Wopereis onder de CAR-verzekering als zijnde schade aan het werk (rubriek I) en doet niet ter zake of er sprake is van schade aan bestaande eigendommen van de opdrachtgever (rubriek III), nu vast staat dat Wopereis geen vergoeding onder rubriek III vordert.
De eigendomsvraag, in het bijzonder de betwisting van Delta Lloyd dat Brokking de eigendom van de silodelen 2a en 4a aan Wopereis heeft overgedragen, kan dan als irrelevant onbesproken blijven. Immers, zowel de verzekeringnemer Wopereis als de opdrachtgever Brokking kwalificeren onder de polis als verzekerde en zodoende maakt het voor de uitkeringsplicht van Delta Lloyd niet uit of de schade aan de silodelen 2a en 4a door Wopereis dan wel door Brokking wordt geleden. Artikel 23 van de algemene voorwaarden van de CAR-verzekering brengt mee dat Brokking geacht wordt Wopereis gemachtigd te hebben tot het indienen van de claim. Hoe een en ander tussen Wopereis en Brokking wordt afgewikkeld heeft voor de dekkingsvraag geen belang.
3.6.2Wat betreft de door Delta Lloyd gestelde meldingsplicht is het hof van oordeel dat die plicht noch uit de tekst noch uit de systematiek van de CAR-verzekering kan worden afgeleid. Dat, uiteindelijk, de waarde van de gebruikte bouwcomponenten ingevolge art. 1.4 van de algemene voorwaarden behorende bij de CAR-verzekering bij de bepaling van de omzet van Wopereis (en dus bij de door haar te betalen premie) moet worden meegenomen, is juist en wordt door Wopereis ook niet weersproken. Daaruit volgt echter een dergelijke voorwaarde van melding voor de dekking niet. Ook overigens wijst Delta Lloyd niet op een voorwaarde of uitsluiting waaruit blijkt dat Wopereis, op straffe van dekkingsuitsluiting, gehouden zou zijn geweest tevoren een dergelijke melding te doen.
Als blijkt dat sprake is van een nieuw werk volgt daaruit ook dat de werkzaamheden die Wopereis aan de silodelen 2a en 4a heeft verricht, niet kwalificeren als opruimingswerkzaamheden naar aanleiding van de calamiteit van 18 december 2009, zoals Delta Lloyd meent en hiervoor reeds besproken werd. Als blijkt dat geen sprake was van een nieuw werk en het separeren, verplaatsen en verstevigen van de silo’s 2a en 4a slechts verband hield met opruimwerk en opslag met het oog op latere afvoer, is van dekking geen sprake.