2.5In het door [appellant] bedoelde vonnis van 22 oktober 2014 wordt ten aanzien van dezelfde telefoonabonnementen die in deze procedure aan de orde zijn onder 2.2 –het volgende overwogen:
“2.2. [geïntimeerde] heeft betaling door [appellant] gevorderd van € 28.007,34 op grond van door [appellant] jegens haar gepleegd onrechtmatig handelen. [geïntimeerde] heeft op 25 maart 2003 ten behoeve van [appellant] een telefoonabonnement afgesloten bij T-Mobile. Tussen partijen is afgesproken dat [appellant] de facturen zelf en rechtstreeks aan T-Mobile zou voldoen. [appellant] heeft daarna, zonder toestemming of zelfs wetenschap van [geïntimeerde] op naam van [geïntimeerde] maar voor eigen gebruik nog verschillende telefoonabonnementen afgesloten bij T-Mobile en Telfort. [appellant] is vervolgens tekortgeschoten in de betalingsverplichtingen uit hoofde van de telefoonabonnementen, waarna T-Mobile en later ook Telfort incassoprocedures zijn gestart tegen [geïntimeerde] . De abonnementen stonden immers op haar naam. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de navolgende (verstek)vonnissen van de kantonrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarbij [geïntimeerde] is veroordeeld tot betaling van het gevorderde:
- 13 oktober 2004, met betrekking tot het op 25 maart 2003 bij T-Mobile afgesloten
abonnement,
- 13 oktober 2004, met betrekking tot het op 7 juni 2003 bij T-Mobile afgesloten
abonnement,
- 13 oktober 2004, met betrekking tot het op 25 november 2003 bij T-Mobile afgesloten
abonnement,
- 9 februari 2005, met betrekking tot het op 10 januari 2004 bij Telfort afgesloten
abonnement,
- 16 februari 201 1, met betrekking tot het op 9 april 2005 bij Telfort afgesloten abonnement,
- 16 februari 2011, met betrekking tot het op 18 april 2005 bij Telfort afgesloten
Abonnement”
Overweging 2.6 van het betreffende vonnis luidt::
“
Verder zijn alle telefoonabonnementen waarover deze procedure gaat, afgesloten in de periode voorafgaand aan de schuldsanering. Vier van de zes vonnissen met betrekking tot deze abonnementen zijn voorafgaand aan de schuldsanering de schuldsanering betekend aan [geïntimeerde] . [geïntimeerde] heeft zelf gesteld dat haar ‘schuldvordering’ is meegenomen op de lijst van erkende crediteuren in de schuldsanering. Deze ‘schuldvordering’ is na verlening van de schone lei aan [appellant] niet langer afdwingbaar. Voor zover de onderhavige vordering onderdeel uitmaakt van de ‘schuldvordering’ van [geïntimeerde] die op de lijst van erkende crediteuren staat, is deze niet toewijsbaar. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, is voor de rechtbank niet te achterhalen of daarvan sprake is en zo ja, welk deel van de vordering hierin valt. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [geïntimeerde] niet voldaan aan haar stelplicht. Hetgeen zij heeft gesteld, kan haar vordering niet dragen en de vordering zal worden afgewezen.”